*RTH* Rage against the Machine - Killing in the Name
+10
Kaj
Kasper
Joostvdaa
Jan...
Dave Evans
sowhat
Dutchzaphod
Frodo
MrJohn
sokratikos
14 plaatsers
Pagina 1 van 1
Wat is je cijfer voor "Rage against the Machine - Killing in the Name" ?
*RTH* Rage against the Machine - Killing in the Name
[26-05-2013]
Het werd hoog tijd voor wat 1990ies. En nou bleek 1 toonaangevende band van dat decennium nog nooit aan de beurt te zijn geweest in Ranking the Hits
Rage Against the Machine is een Amerikaanse rockband uit Los Angeles, bestaande uit rapper Zack de la Rocha, gitarist Tom Morello, bassist Tim Commerford en drummer Brad Wilk. De band was één van de eerste die de genres hardrock en rap combineerden tot rapcore.
Het debuutalbum Rage Against the Machine werd uitgebracht in 1992, met als bekendste single "Killing in the Name". Het album werd gevolgd door Evil Empire (1996) en The Battle of Los Angeles (1999). Vlak voor de uitgave van het coveralbum Renegades (2000) stapte De la Rocha uit de band. De overige leden speelden met Chris Cornell verder als Audioslave. Na het opstappen van Cornell in 2007 kwam Rage Against the Machine weer samen voor een serie reünie-concerten, waaronder Europese optredens in 2008 en 2010.
De band staat bekend om hun socialistische teksten en politieke acties binnen en buiten de muziek. Het merendeel van de teksten van De la Rocha gaan over politieke zaken. De bandleden keerden zich veelvuldig tegen het kapitalisme en boden hun steun aan kleine socialistische groeperingen. Daarnaast steunt de muziek op de experimentele gitaargeluiden van Tom Morello.
Geschiedenis
1991 - 1992: Formatie van band
Na het afstuderen op de Harvard-universiteit verhuisde gitarist Tom Morello in 1986 van Illinois naar Los Angeles met de gedachte beroemd te worden in een rockband. Hij voegde zich bij Lock Up, waarmee hij een album (Something Bitchin' This Way Comes uit 1989) uitbrengt. Het album werd echter een flop en de band viel uit elkaar. In zijn periode bij Lock Up ontmoette hij Brad Wilk, die zonder succes auditie deed voor de positie van drummer in Lock Up. Morello zat zonder band maar wist precies wat hij nu wilde: een band waarin hij zijn politieke ideeën kon ventileren, vergelijkbaar met The Clash en Public Enemy. Zack de la Rocha was ondertussen de frontman van Inside Out, waarmee hij de ep No Spiritual Surrender uitbracht. Daarvoor speelde hij in Hardstance en samen met bassist Tim Commerford, die De la Rocha al sinds de basisschool kende, in Juvenile Expression.
In 1990 stapte Inside Out-gitarist Victor DiCara uit de band. Even probeerde De la Rocha de overige bandleden bij elkaar te houden, maar dat mislukte. Na het uiteenvallen van Lock Up ontmoette Morello in een club De la Rocha, die op het podium stond te freestylen met enkele vrienden. De geluidsinstallatie was echter zo slecht, dat Morello de teksten niet kon verstaan. De la Rocha straalde echter een bepaalde woede uit en omdat Morello toch benieuwd was waar hij het over had, besloot hij na afloop backstage te gaan en een gesprek aan te gaan. Ze raakten aan de praat en Morello bladerde een tijdje door de notitieboekjes van De la Rocha. Daaruit bleek dat de twee dezelfde politieke ideeën hadden. Morello was onder ook de indruk van de gedichten van De la Rocha. Samen besloten ze een band te beginnen. Morello belde Wilk op om als drummer te fungeren en De la Rocha nam contact op met Commerford. Rond november 1991 werd Rage Against the Machine opgericht.
De bandleden kwamen op de naam Rage Against the Machine door De la Rocha: in zijn tijd bij Inside Out hadden zij op dat moment een lied genaamd "Rage Against the Machine". Dit zou tevens de naam zijn van hun tweede album, maar het album kwam er nooit vanwege de breuk tussen de bandleden. Toen De la Rocha met Morello een nieuwe band op wilden richten, viel de keuze al snel op Rage Against the Machine. De la Rocha vertelde dat "de machine van alles kan zijn, van de politie in Los Angeles die automobilisten uit hun auto sleuren, tot moes slaan en hiermee wegkomen, tot het internationale kapitalistische mechanisme dat je tot een hersenloze plant vormt zonder echt na te denken over het systeem en van weekend naar weekend leeft."
1992 - 1993: Eerste demo en debuutalbum
Het eerste concert dat de band speelde, was in een huiskamer in Huntington Beach, Orange County. Het huis was van een vriend van Commerford. De band speelde slechts de vijf-en-een-half nummers die zij op dat moment hadden geschreven, maar het publiek kon het zo waarderen dat ze de nummers nog een keer moesten spelen. De bandleden vonden een pakhuis en gebruikten het drie maanden lang om te oefenen. Wat de opkomst van de band goed deed, was dat er vanaf het eerste concert al interesse was van platenmaatschappijen. Omdat de bandleden vonden dat er een bepaalde chemie was tussen elkaar, maakten ze in 1992 hun eigen demo. Deze bevatte 12 nummers, waaronder "Bullet in the Head", een single die later ook een plaats op het debuutalbum kreeg. De cassette werd opgenomen voordat de nummers live werden gespeeld, zodat ze meteen tijdens concerten verspreid kon worden. In totaal werd de demo 5.000 maal verkocht.
Er kwam meer aandacht voor de band, mede doordat zij het voorprogramma waren tijdens een concert van Porno for Pyros wat de doorbraak voor hen zou betekenen. De band trad op tijdens Lollapalooza II, waar ze ontdekt werden door een talentenmanager van Epic. De band tekende een contract bij de platenmaatschappij, waarbij als eis werd gesteld dat er totale vrijheid zou zijn in muziek en teksten. Epic stemde in en de band kon beginnen met het opnemen van hun eerste album, terwijl ze verder gingen met toeren. De band speelde voor het eerst in Europa toen ze samen met Suicidal Tendencies tot oktober 1992 toeren. Aan het eind van het jaar kwam het debuutalbum Rage Against the Machine uit. Het album bleef 89 weken in de Billboard Album Top 200. De toer ter promotie van het album begon en de band gaf daarin enkele benefiet-concerten voor Mumia Abu-Jamal, Leonard Peltier, de Anti-Nazi League en Rock for Choice. In 1993 trad de band wederom op tijdens het Lollapalooza-festival, echter ditmaal geheel naakt en met alleen een stuk duct tape op de mond. Op het lichaam van de bandleden waren de letters P.M.R.C. geschilderd, als protest tegen censuur in de muziek.
1994 - 1997: Evil Empire
Eind 1994 werd de band onder druk gezet door Epic Records: zij vonden dat het tijd was voor een nieuw album. Er werd besloten dat de bandleden de winter door gingen brengen in een huis in Atlanta. De A&R van de band, Michael Goldstone, wilde elke afleiding van de band weghalen. Daarnaast vertelde hij dat ze een nieuw album moeten opnemen, of anders maar uit elkaar moeten gaan. In Atlanta was er veel spanning tussen de bandleden. De communicatie was slecht en ze werden het niet eens over beslissingen. Er werd elke dag gerepeteerd, maar uiteindelijk verlieten ze Atlanta na vier weken zonder één nummer. De la Rocha vluchtte naar Chiapas, en liet de andere bandleden achter. Dit hele incident zorgde ervoor dat ze meer dan vier maanden niet met elkaar speelden.
Meer succes hadden ze toen de band terugging naar Los Angeles. Ze huurden een kamer tegenover één van hun appartementen en begonnen daar met het schrijven van nummers. In januari 1996 trad de band op tijdens het Big Day Out-Festival in Australië. Materiaal van dit optreden werd gebruikt voor de videoclip van "Bulls on Parade". Eén dag voor de première van deze single verscheen de band in Saturday Night Live. Dat optreden draaide uit op een incident, nadat de band omgekeerde Amerikaanse vlaggen op de versterkers hing. Aanwezige Steve Forbes eiste echter dat de vlaggen verwijderd werden en na weigering van de band werden ze uit het pand gezet. Twee dagen na het uitbrengen van "Bulls on Parade" kwam het tweede album Evil Empire uit. Het kwam meteen op de hoogste positie binnen in de Amerikaanse albumlijsten.
Op 20 januari 1997 speelden De la Rocha en Morello in de debuutshow van Radio Free L.A., een show (georganiseerd door Morello) die op talloze radiostations en op het internet te horen was. Samen met de twee speelden Flea (Red Hot Chili Peppers) en Steven Perkins (Porno for Pyros). Daarnaast werden politieke figuren geïnterviewd en werden er kwesties besproken. In de zomer van 1997 ging de groep op tournee met de hiphoppers van Wu-Tang Clan, wat de meest bezochte toer van het jaar werd. Ook bleef de band politiek actief, met als opmerkelijkste feiten een optreden op het benefietconcert voor de ter dood veroordeelde Mumia Abu-Jamal en het openlijk sympathiseren met de Peruaanse communistische guerrillabeweging Lichtend Pad (Sendero Luminoso) die door onder meer de Europese Unie als terroristisch wordt beschouwd.
1998 - 2000: The Battle of Los Angeles en Renegades
In februari 1998 nam de band "No Shelter" op, een single die later op de soundtrack van Godzilla terecht zou komen. Het schrijven van de overige nummers voor het derde album begon in mei 1998. Na de uitgave van "No Shelter" wilden Morello, Commerford en Wilk meteen doorgaan met het opnemen van nieuwe nummers. De la Rocha stond daar eerst negatief over maar om een nieuw 'Atlanta' te voorkomen, stemde hij in. Op 1 september 1998 dook de band de studio's in, om binnen een maand klaar te zijn. De band ging in 1999 voor het eerst in anderhalf jaar weer op toer, waarbij ze ook Woodstock 1999 aan deden. In november 1999, een dag voor het uitbrengen van het derde album The Battle of Los Angeles, werd manager Bridgette Wright ontslagen. De band kreeg later nog meer problemen met managers, met als gevolg dat Gary Gersh en John Silva in 2000 werden ontslagen. The Battle of Los Angeles bereikte de nummer één-positie en werd dubbel-platina. Ook speelde de band in Mexico-Stad, waarvan later de dvd The Battle of Mexico City uit zou komen.
De band organiseerde in 2000 samen met Beastie Boys en Busta Rhymes de Rhyme and Reason Tour, die werd afgelast nadat drummer Mike D gewond raakte tijdens een fiets-incident. Er kwamen plannen om een album met uitsluitend covers uit te brengen. Dit album zou dan worden geproduceerd door Rick Rubin. De nummers werden opgenomen, maar er gingen geruchten rond dat De la Rocha niet wilde dat deze plaat uitgebracht werd. Spanningen tussen de bandleden groeiden en een ander incident wekte de woede van De la Rocha: tijdens de MTV Video Music Awards van 2000 zorgde Tim Commerford voor het meest spraakmakende moment van de avond door een vijf meter hoge stelling op het podium te beklimmen tijdens de Best Video Award-uitreiking. De la Rocha vertrok onmiddellijk uit de zaal om zijn ongenoegen over Commerford te uiten. Commerford en zijn bodyguard moesten één nacht in de cel doorbrengen. Zijn aanklachten werden geseponeerd nadat hij schuld bekende voor de incidenten. In september 2000 werd er aan de media verteld dat de relatie tussen de bandleden nog goed was. Op 18 oktober verklaarde De la Rocha echter dat hij Rage Against the Machine ging verlaten:
"Ik denk dat het nu noodzakelijk is om Rage te verlaten omdat het maken van beslissingen in de band gefaald heeft. De belangen liggen niet langer in de band, en vanuit mijn perspectief gaat dat ten koste van de creativiteit en politieke idealen. Ik ben enorm trots op ons werk, zowel als activisten als muzikanten. Daarbij ben ik ook trots en dankbaar voor iedereen die solidair met ons was en deze geweldige ervaring met ons heeft gedeeld."
De opsplitsing was een bevestiging voor wat fans al dachten: er was geen goede relatie meer tussen De la Rocha en de overige bandleden. De (voorlopig) laatste twee concerten van de band werden gehouden op 12 en 13 september. Beelden daarvan zijn te zien op de dvd Live at the Grand Olympic Auditorium, die in 2003 werd uitgebracht. Op 5 december kwam Renegades uit, die twee singles voortbracht: "Renegades of Funk" en "How I Could Just Kill A Man".
2000 - 2007: Solocarrière en Audioslave
Geruchten gingen in de pers dat na de opsplitsing er geen goede relatie zou zijn tussen de bandleden. Zij ontkenden dit echter. Commerford beweerde dat hij en De la Rocha vaak samen gingen surfen, terwijl Morello ook contact met hem onderhield. De la Rocha begon aan een solo-album te werken, maar liet dit schieten nadat hij samen met Trent Reznor van Nine Inch Nails kon werken. Samen namen zij een album op, maar deze werd nooit uitgebracht. Samen met DJ Shadow bracht De la Rocha in 2003 de single "March of Death" uit. Dit was een protest tegen de Irakoorlog en was gratis te downloaden van het internet.
Na het vertrek van Zack de la Rocha wilden de overige bandleden een nieuwe leadzanger voor de band zoeken. De namen van Rey Oropeza, B-Real en Chuck D werden genoemd. Uiteindelijk besloten de bandleden Rage Against the Machine achter zich te laten. Rick Rubin stelden de drie voor aan ex-Soundgarden-frontman Chris Cornell. Ze speelden samen een sessie en besloten daarna een album op te nemen en te kijken waar het schip zou stranden. De nieuwe band, genaamd Audioslave, schreef ongeveer 20 nummers. Eén daarvan, "Cochoise", werd de eerste single. Het debuutalbum Audioslave werd op 19 november 2002 uitgebracht en werd driemaal platina. Tijdens concerten van Audioslave werden regelmatig nummers van Soundgarden en Rage Against the Machine gespeeld, zoals "Bulls on Parade", "Killing in the Name" en "Sleep Now in the Fire".
Een nieuwe mijlpaal bereikte de band op 31 mei 2005, toen ze als eerste Amerikaanse rockband in Cuba speelden. Het tweede album Out of Exile kwam op 24 mei 2005 uit. De band ging veelvuldig toeren, waaronder op Live 8 (Berlijn). Ruim een jaar na het tweede album kwam Revelations uit. Na het uitbrengen van dit album werd er niet getoerd. Chris Cornell begon zich op zijn solocarrière te richten. Tom Morello creëerde een alias, The Nightwatchman, waarmee hij politiek gerichte folkmuziek ging maken. Zijn eerste soloalbum One Man Revolution kwam op 24 april 2007 uit. Datzelfde jaar hield Morello veelvuldig concerten, zoals op Pinkpop 2007. Op 15 februari maakte Cornell bekend dat hij uit Audioslave stapte, waarmee hij het einde van de band tekende.
2007 - heden: Reünies
Nog voordat Audioslave ophield met bestaan, kwamen er in januari 2007 berichten dat Rage Against the Machine bij elkaar zou komen voor een reünie-concert op het Coachella Valley Music and Arts Festival in Californië. Enkele dagen later werd door de officiële website bevestigd dat zij op 29 april 2007 gingen optreden als festival-afsluiter. Morello vertelde in de media dat de reünie vooral een politieke achtergrond had: de Verenigde Staten waren in zijn ogen te veel in handen van rechtse politici gevallen.[21] Vermoedens over een definitieve terugkeer van Rage Against the Machine werden sterker toen Chris Cornell besloot uit Audioslave te stappen.
Op 14 april, twee weken voor Coachella, gaven De la Rocha en Morello een kort akoestisch optreden in Chicago. Op dat moment was er een protest gaande voor rechten in de fastfood-industrie. Later werden er nog drie optredens gepland op het Rock The Bells Festival, dat plaats vond in New York en Californië). Daar traden zij samen met de Wu-Tang Clan op. De band noemde deze concerten een protest tegen de Bush-regering. Tijdens het Coachella-concert speelde de band het nummer Wake Up, met een tirade van Zack de la Rocha in de richting van de Amerikaanse regering. Hij verklaarde dat "als de Amerikaanse presidenten dezelfde straffen zouden krijgen als de Nazi's na de Tweede Wereldoorlog, zou elke president vanaf Truman opgehangen en gefusilleerd moeten worden zoals elke oorlogsmisdadiger verdient. Het huidige kabinet is daar geen uitzondering op." De teksten van De la Rocha zorgden voor grote consternatie in de media en het publiek.
Op 24 augustus speelde de band voor het eerst in zeven jaar een eigen concert in East Troy, Wisconsin met Queens of the Stone Age als voorprogramma. In 2008 ging de band door met toeren: in januari en februari werden enkele concerten gehouden in Japan en Australië. Gaandeweg werden er ook optredens in Europa bevestigd. Op 30 mei trapte Rage Against the Machine deze Europese toer af op het Electric Festival in Getafe, twee dagen later gevolgd door een plek als headliner op Pinkpop 2008. Die zomer werden ook onder andere het Rock am Ring- en Rock im Park festival en de Reading en Leeds Festivals aangedaan. Ook werden er eigen concerten gehouden, zoals op 2 juni in het Sportpaleis in Antwerpen. Geruchten over nieuw materiaal werd in december door Morello ontkend: "Daar zijn nu geen plannen voor. De optredens van de laatste anderhalf jaar waren geweldig en ik zie geen reden om niet nog meer optredens te geven. Het punt is dat elke dag maar een bepaald aantal muzikale uren heeft en die van mij zijn momenteel erg bezet."
Vlak voor de kerst van 2009 werd er in het Verenigd Koninkrijk op het internet een campagne georganiseerd om "Killing in the Name" als 'Christmas Number One' in de UK Singles Chart te krijgen. Dit om te voorkomen dat er voor het vijfde opeenvolgende jaar een X Factor-winnaar op één zou belandden (in dit geval Joe McEldery). Op 20 december behaalde het nummer inderdaad de toppositie door de verkoop van 500.000 singles. Om de Engelse fans te bedanken hield de band in juni een gratis optreden in het Londense Finsbury Park. Ook verscheen Rage Against the Machine in dezelfde maand op Rock am Ring en Rock im Park.
Stijl
Invloeden en technieken
Rage Against the Machine was één van de eerste bands die de genres hardrock en rap combineerden tot rapcore. De la Rocha luisterde in zijn jeugd veel naar de Sex Pistols en Bad Religion. Deze artiesten waren voor hem een reden om gitaar te gaan spelen. Naarmate De la Rocha ouder werd, ging hij zich meer interesseren de hardcore punk van Minor Threat, Bad Brains en Teen Idles. Morello speelde als kind al gitaar omdat hij een nummer van KISS na wilde spelen, maar begon pas serieus te oefenen nadat hij Sex Pistols beluisterde. Commerford werd in zijn jeugd vooral beïnvloed door hiphop en jazz. Zijn favoriete artiesten waren Cypress Hill en N.W.A. Wilk had als grootste invloeden Led Zeppelin (en dan met name drummer John Bonham), James Brown, George Clinton en Sex Pistols. Een van de artiesten die de weg plaveiden voor de band was het Nederlandse Urban Dance Squad. Het debuutalbum Rage Against the Machine was dan ook een combinatie tussen rap, hardcore, jazz en funk. Volgens Rolling Stone legde Rage Against the Machine "de fundamenten voor de agressieve rock en rap-combinatie en ging daarmee eind jaren 90 de strijd aan met tienermuziek en hip-hop." Daaruit vloeiden bands als Korn en Limp Bizkit. Ook Muse heeft verklaard Rage Against the Machine als invloed te hebben, met zanger/gitarist Matt Bellamy die Rage Against the Machine zijn favoriete band noemt en Tom Morello als inspiratie heeft. Bellamy’s gitaarstijl is te vergelijken met die van Morello. Hij verklaarde daarop dat Bellamy slechts een van de twee moderne gitaristen is die hij ook maar enigszins interessant vond.
Tom Morello is het meest bekend geworden dankzij zijn unieke gitaarwerk. Het blad Rolling Stone plaatste Morello op plaats 26 in de lijst van 100 beste gitaristen aller tijden. Zijn muziek bestaat uit een groot aantal geluiden waarvan de meeste door Morello zelf zijn verzonnen. Hij maakte deze geluiden door zelf met de elektronica in zijn gitaren te spelen of door bepaalde effecten te combineren. Zijn bekendste effectpedaal is de Digitech Whammy, daarmee kan je een of twee octaven boven of onder de gespeelde noot krijgen. Hierdoor krijg je een beetje fluitgeluid soms. In solo's van Know your Enemy zijn de bijgevoegde noten goed te horen. Ook zijn killswitch-effect is erg bekend. Dat doet Morello door steeds te wisselen tussen een gitaarelement dat het volume op nul heeft waardoor je niks hoort, en een andere element dat het volume op 10 heeft. Hiermee heeft hij onder andere het bekende 'DJ'-geluid geproduceerd, en kan hij de solo van onder andere "Bullet in the Head" en "Sleep Now In The Fire" spelen. Morello's meest bekende gitaar is de Arm the Homeless-gitaar. Andere gitaren die hij gebruikt zijn de Soul Power- en de Sendero Luminoso-gitaar. Eén van de kenmerken van de band is dat ze geen samples, keyboards en synthesizers gebruikt. Dit staat ook vermeld op de albums.
Optredens
Rage Against the Machine begon te toeren in 1992, het jaar waarop hun debuutalbum verscheen. Zij kregen meteen een reputatie van explosieve live-band. In mei 1993 stond de band voor het eerst in Nederland als vervanger van Alice In Chains op het Pinkpop Festival. Jan Douwe Kroeske vertelde zijn ervaringen in OOR: "Het was alsof er een rotje implodeert: ineens moest alles los bij die jongens. Alles wat er aan de show vooraf ging beschouwde de band als saai en overbodig; in één klap werd al die energie op dat veld losgelaten." De energie die de band uitstraalde werd ook overgenomen door de toeschouwers: bij het Pinkpop-optreden in 1994 veroorzaakte het publiek een aardschok van 1 op de schaal van Richter.
Het podium van Rage Against the Machine werd altijd gedecoreerd met eigen materiaal. Zo was vaak de EZLN-vlag te zien op de achtergrond. Ook werd als protest tegen de Amerikaanse regering een omgekeerde vlag van de Verenigde Staten opgehangen. Tijdens Woodstock 1999 stak De la Rocha na "Killing in the Name" de vlag voor 200.000 toeschouwers in brand.
De setlist van de band bestond meestal uit nummers van hun eerste drie albums, later soms aangevuld met "Renegades of Funk" en "How I Could Just Kill A Man" van Renegades. Af en toe werd er ook een cover gespeeld; in de reünie-toer in 2008 speelde de band een versie van "Clampdown", een nummer van The Clash. Nummers als "Freedom", "Bulls on Parade" en "Killing in the Name" werden vrijwel altijd tijdens optredens gespeeld. In de latere jaren was "Killing in the Name" zonder uitzondering het laatste nummer. De la Rocha probeerde vaak tijdens nummers ruimte te maken om een speech over zijn politieke idealen te geven. Dit gebeurde meestal tijdens "Wake Up". Tijdens de reünie-toer in 2008 verschenen de bandleden enkele malen op het podium met oranje overalls en een zwarte zak over hun hoofden, vergelijkbaar met de kleding van Guantánamo Bay-gevangenen. Op de Reading) en Leeds-festivals speelden zij hun eerste nummer "Bombtrack" in dit kostuum, om daarna in normale kleding verder te spelen. Een ander terugkerend ritueel in de reünie-toer was het afspelen van De Internationale, een strijdlied en kenmerk van socialisme.
Politieke ideologieën
Teksten
Rage Against the Machine heeft in de jaren 90 een reputatie opgebouwd als controversiële band qua politieke acties. De band staat bekend om zijn socialistische statements en acties. Daarmee hebben ze zich meerdere malen tegen de Amerikaanse regering gekeerd. De band is echter niet tegen de Verenigde Staten, zoals Morello vermeldt: "Ik ben er enorm trots op dat ik Amerikaan ben. Ik ben van mening dat wat de Amerikaanse corporate-controlled regering doet, schaamteloos is. Maar in de V.S. is er een strijdvaardige cultuur aanwezig waar ik graag bij wil horen. (...) Er is zoveel waar een Amerikaan trots op kan zijn, maar waar hij niets van afweet. De moed en de durf die de vakbondsleiders rond 1900 hadden, is bewonderenswaardig. Er waren mensen die overzee werden gestuurd en vochten voor Uncle Sams Wall Street-oorlogen... maar deze mensen wisten waar ze voor vochten. Dat is moed."
De la Rocha is verantwoordelijk voor de teksten van de nummers. Zijn teksten behandelen altijd politieke zaken zoals racisme, onderdrukking en armoede. De single "Killing in the Name" gaat over het racisme in politiekorpsen. De zin Some of those that work forces are the same that burn crosses vergelijkt De la Rocha politieagenten ("forces") met leden van de Ku Klux Klan ("burn crosses"). De la Rocha neemt het in zijn teksten vaak op voor de armere delen van de Verenigde Staten en Mexico. "Down Rodeo" behandelt de verschillen tussen arm en rijk in de V.S. en wat de gevolgen zouden zijn als de armen in opstand zouden komen. De tekst van "Sleep Now in the Fire" gaan vermoedelijk over hebberigheid. Daarbij doelen ze onder andere op de kolonisatie van de Spanjaarden in de Verenigde Staten en de slavernij in de 19e eeuw. Ook levert de band kritiek op enkele acties van de Amerikaanse regering door de jaren heen, zoals de atoombom op Hiroshima en het gebruik van Agent Orange in de Vietnamoorlog. Ook heeft Rage Against the Machine meermaals kritiek geüit op de Amerikaanse regering. Het George W. Bush-kabinet was zelfs een reden voor de band om een reünie te houden. Deze kritiek is onder andere te horen in "Bullet in the Head", waarin De la Rocha beweert dat de Amerikaanse regering de bevolking onder controle houdt door manipulatie van de media. "Guerrilla Radio" gaat over de presidentsverkiezingen van de Verenigde Staten in 2000 tussen George W. Bush en Al Gore. Het is ook een uitspraak over de democratie in de Verenigde Staten, die te verwaarlozen zou zijn.
Steun
Een RATM-concert in New Orleans, waarbij de EZLN-vlag op de achtergrond zichtbaar is.
In "Voice of the Voiceless", "Guerrilla Radio" en de videoclip van "Renagedes of Funk" maakt de band referenties naar Mumia Abu-Jamal, een Black Panther-activist die ervan beschuldigd wordt in 1981 een politieagent doodgeschoten te hebben. Hij zit momenteel een nog onbepaalde gevangenisstraf uit. In januari 1999 organiseert Rage Against the Machine een benefietconcert voor Abu-Jamal. Er was veel mediabelangstelling voor het evenement en even was er twijfel of het concert doorgang kon vinden, maar uiteindelijk werd er toestemming gegeven. Artiesten zoals Black Star, Bad Religion en de Beastie Boys kwamen een optreden geven. Op 12 april ging De la Rocha naar Genève om te protesteren voor het gebouw van de Verenigde Naties. Op 24 april 1999 werden er in verschillende internationale steden protesten gehouden voor Abu-Jamal. In Philadelphia waren Zack de la Rocha en Tom Morello ook aanwezig. In de lijst van boeken die de band aanraadt in het boekje van Evil Empire staan twee boeken van Mumia Abu-Jamal: International Terrorism and the CIA en Live From Death Row. Op 15 januari 1997 schreef Abu-Jamal vanuit de gevangenis een brief naar Rage Against the Machine en andere mensen die hem gesteund hebben. De brief is hier te lezen.
De band, en vooral De la Rocha, steunt de EZLN, het Zapatistisch Nationaal Bevrijdingsleger. De la Rocha, zelf half Mexicaans, is vier maal naar Chiapas afgereisd om de EZLN te helpen in hun strijd. Zijn eerste keer was met een observatieteam dat moest onderhandelen tussen de EZLN en de Mexicaanse regering. De onderhandelingen liepen echter uit de hand en De la Rocha en het team moesten een menselijk schild vormen om een confrontatie te voorkomen. Zijn tweede reis, in 1996, was naar vredeskampen in La Garrucha. Datzelfde jaar nog ging hij wederom terug om studenten, muzikanten en activisten uit Los Angeles Chiapas te laten zien. De nummers "Wind Below", "Without A Face", "Calm Like a Bomb", "War Within a Breath" and "Maria" behandelen het onderwerp. Een andere groepering waar de band voor streed was Communistische Partij van Peru (ook wel Lichtend Pad), wat te zien is in de videoclip van "Bombtrack". Ook in "People of the Sun" geeft de band haar steun aan de EZLN. Ook behandelt dit nummer onderwerpen als de vernietiging van het Azteekse Rijk door de Spanjaarden en de Zoot Suit Riots in 1943, die in Los Angeles plaatsvonden.
Tijdens shows van Rage Against the Machine zei De la Rocha vaak voor aanvang van het nummer Freedom: "Het duurt al 20 jaar, er is geen bewijs en hij zit nog steeds gevangen." Dit riep hij om aandacht te vragen voor Leonard Peltier, een lid van de American Indian Movement die veroordeeld werd na het doden van twee FBI-agenten na een schietpartij op het Pine Ridge Indian Reservation. Peltier kreeg tweemaal levenslang opgelegd. Er is twijfel of het proces eerlijk is verlopen en of Peltier niet een politieke gevangene is, zoals Amnesty International aangeeft. Ook Nelson Mandela en het Europees Parlement staan achter Peltier. Sinds 6 februari 1976 zit hij in de gevangenis. De videoclip van "Freedom" bevat het gehele verhaal van Peltier. Op het Woodstock-festival in 1999 riep De la Rocha ook op om te strijden voor de vrijheid van Peltier.
Controverses
Parents Music Resource Center
Op 18 juli 1993 speelde Rage Against the Machine op het Lollapalooza-festival in Philadelphia. Daar werd besloten een protest te houden tegen de Parents Music Resource Center, een groep die opgericht werd door Tipper Gore (de vrouw van Al Gore) en strijdt voor censuur in de muziek. PMRC is van mening dat de popmuziek (en met name rock) de oorzaak is van de toename van geweld in de maatschappij. De band besloot te protesteren tijdens aanvang van hun optreden: de leden kwamen volledig naakt het podium opgelopen met alleen een stuk duct tape op hun mond. Op de lichamen stonden de letters PMRC geschilderd. Een andere reden om te protesteren was het feit dat De la Rocha een dag voor het optreden zijn stem kwijtraakte. De bandleden bleven 14 minuten op het podium staan. De eerste tien minuten ondersteunde het publiek de actie. Daarna begon het publiek zich tegen de band te keren. Tom Morello vermeldde dat de actie uitgevoerd werd zodat het publiek besefte dat als ze het heft niet in eigen handen zouden nemen, ze niet bands als Rage Against the Machine zouden kunnen zien. "Het was ook niet de bedoeling een "feel good"-protest te houden. Het was om mensen wakker te schudden in de realiteit die de artistieke gemeenschap in gevaar brengt.'" De band speelde die avond niet meer, maar om de fans te compenseren speelden ze drie dagen later een gratis concert.
Optreden Saturday Night Live 1996
Op 13 april 1996 werd Rage Against the Machine uitgenodigd voor een optreden in de Amerikaanse show Saturday Night Live. De presentator van die avond was miljardair Steve Forbes. De band had zich vooraf tegen Forbes gekeerd en wilde dit tonen door twee omgekeerde Amerikaanse vlaggen voor hun versterkers te hangen. De eerste poging van de band om de vlaggen op te hangen was tijdens een de repetities van de aflevering op donderdag. De producers van Saturday Night Live eisten dat de vlaggen verwijderd werden. De redenen waren dat de sponsors niet blij zouden zijn met de actie, en dat vanwege Forbes het programma een strakker schema had. Ook deelden de producers mee dat discutabele teksten in "Bullet in the Head" (met "Bulls on Parade" de twee nummers die de band ging spelen) gecensureerd zouden worden. Er werd zelfs aan gedacht om het gehele nummer in de studio niet te laten horen, omdat er familie en vrienden van Forbes aanwezig zouden zijn. Vlak voor de live-uitzending werden de vlaggen toch weer teruggehangen.
De band speelde het eerste nummer ("Bulls on Parade"). Na dit nummer kwamen mensen van NBC die de band verzochten onmiddellijk het pand te verlaten. Tim Commerford reageerde woedend en bestormde de kleedkamer van Forbes, waarbij hij stukken van de gescheurde Amerikaanse vlag liet zien. Saturday Night Live gaf tijdgebrek aan als reden van het vervroegde einde. Morello vermeldde later nog dat het personeel van Saturday Night Live de actie betreurde en achter de band stond: "Rage Against the Machine het tegenovergestelde wilde doen bij een grappenmakende miljardair... door ons eigen standpunt duidelijk te maken. (...) De omgekeerde vlaggen staan symbool voor de samenleving die wij democratie noemen als presidentsverkiezingen altijd gaan tussen twee personen uit de elite komen. Amerika’s vrijheid van meningsuiting is omgekeerd als wij onze standpunten niet kunnen uiten vanwege sponsors. Ten slotte is het ook onze manier van meningsuiting tegen Forbes."
Opname videoclip Sleep Now in the Fire
De videoclip voor "Sleep Now in the Fire" werd geregisseerd door Michael Moore. De clip begint met een shot op de Wall Street-beurs met de melding dat op maandag verschillende records zijn gebroken en op dinsdag dat Rage Against the Machine niet op Wall Street zal spelen (met toenmalig burgemeester van New York City Rudolph Giuliani in beeld). Dan, op woensdag is de band toch te zien op een klein podium dat voor de hoofdingang van de NYSE staat. Als de band speelt, zijn verschillende politieagenten actief om de boel te bedaren. In het publiek staan veel mensen mee te springen op de muziek, waaronder zakenmensen die op Wall Street werken. Tijdens de opnames werd Michael Moore een uur lang vastgehouden door de politie (zijn arrestatie is te zien in de clip). Tevens moest de NYSE om 3 uur ’s middags zijn deuren sluiten omdat er te veel mensen kwamen opdagen om de opnames te zien.
2000 Democratic National Convention
RATM-fans protesteren voor de Democratic National Convention in 2000 voor Abu-Jamal.
In 2000 speelde Rage Against the Machine een gratis concert tijdens de 2000 Democratic National Convention, het evenement waarop de Democraten hun kandidaat Al Gore kozen. De band speelde om te protesteren tegen het tweepartijensysteem. Plannen om te protesteren waren er al in april van dat jaar. De lokale autoriteiten hadden de band eerst op een plek redelijk ver van de conventie geplaatst voor het concert. De rechter besloot echter dat het concert en de protesten op een terrein tegenover de conventie mochten worden gehouden. De politie reageerde daarop door een hek van 4 meter hoog te plaatsen en meer dan 2000 agenten in te zetten (mobiele eenheid, politie te paard, motoren, patrouillewagens en helikopters).
Tijdens het concert riep De la Rocha: "broeders en zusters, onze vrijheid is gekaapt!". Na het optreden verzamelde een groep demonstranten zich voor de oproerpolitie, om stenen en andere projectielen te gooien. Ook stalen objecten en ammoniak gingen richting de politie. De politie verklaarde daarop dat de situatie ordeverstoring werd en sloot de stroom af, waardoor de op dat moment optredende groep Ozomatli afgekapt werd. De groep kreeg 20 minuten de tijd om zich te verspreiden. Toch bleef een groep staan. Het was reden voor de politie om traangas en rubberkogels te gebruiken. Twee demonstranten die een hek beklommen en met een zwarte vlag zwaaiden, werden met pepperspray uitgeschakeld. In totaal werden zes mensen gearresteerd.
De politie van Los Angeles kreeg na het incident veel kritiek te verwerken. Een American Civil Liberties Union-lid noemde de actie niets meer dan een georganiseerde politie-rel. Er werd melding gemaakt van het onnodig vuren op omstanders en onnodig geweld. De reactie van het politiekorps was dat het 'geweldig' en 'gedisciplineerd' werd afgehandeld. De la Rocha was woedend over de acties: "Het maakt mij niet uit dat er op televisie wordt gezegd dat het geweld door de concertbezoekers is veroorzaakt, zij beginnen op ons te schieten. En dat is belachelijk, aangezien wij geen rubberkogels, M16's gummiknuppels of helmen hadden." Beelden van de incidenten zijn te zien op de dvd Live at the Grand Olympic Auditorium.
We ranken Killing in the Name van Rage against the Machine´s gelijknamige debuutalbum uit 1992, de eerste single van dat album.
De riff voor "Killing in the Name" ontstond in 1991 tijdens een gitaarles die Morello gaf aan een student. Morello gaf in zijn appartement in West-Hollywood les in hardrock-riffs, maar toen zijn Fender Stratocaster problemen kreeg moest hij terugvallen op zijn Ibanez-basgitaar. Toen ontstond de "Killing in the Name"-riff. Hij stopte de les, pakte een cassetterecorder en nam het stukje op. Daarna ging hij weer verder met de les. De volgende dag nam hij de cassette mee naar een studio in Noord-Hollywood, waar het werk begon. Morello stelde later wel dat het nummer een collaboratie was van alle bandleden: "Timmy C's geweldige bas, Brad Wilks funky, harde drums en Zack [de la Rocha]'s perfecte mengeling met de gitaar".
In december 1991 verscheen "Killing in the Name" op de eerste demotape die de band via Atlantic Records uitbracht. Van die demo werden 5000 exemplaren verkocht. Een jaar later was "Killing in the Name" het tweede nummer en de leadsingle van het debuut Rage Against the Machine.
Het gitaarstuk van het nummer wordt gespeeld in een Drop-D-tuning (kenmerkend voor metalnummers) en de D-toonsoort. De gitaarsolo van Tom Morello wordt geproduceerd met behulp van de Digitech Whammy, een apparaat dat voor verschuivingen in toonhoogten kon zorgen. Morello speelt de solo twee octaven hoger. Deze Whammy is op elk album van Rage Against the Machine te horen. Voor "Killing in the Name" gebruikte Morello de Digitech Whammy WH-1, een model uit de jaren '80.
De tekst van "Killing in the Name" gaat over racisme in Amerikaanse overheidsinstanties. Met de regel "Some of those that work forces, are the same that burn crosses" doelt de band op de Ku Klux Klan. Deze racistische groepering heeft als kenmerk dat bij het ritualistisch ophangen van zwarte mannen, en later hele zwarte gezinnen, een brandend kruis als symbool werd gebruikt. Later werd het plaatsen van een branden kruis gebruikt om angst aan te jagen onder gekleurde bevolkingsgroepen. Tijdens sommige concerten verandert De la Rocha deze zin in "Some of those that burn crosses, are the same who hold office" in het tweede couplet. Ook de volgende regel verwijst er naar: 'Those who died, are justified, for wearing your badge they're the chosen whites', waarbij mensen van de overheid ('wearing a badge') in verband worden gebracht met 'chosen whites', verwijzend naar de blanke mannen in witte kleding van de KKK. Het nummer eindigt met de zin "Fuck you, I won't do what you tell me", dat 16 keer wordt herhaald. In de versies die radiostations draaien wordt deze zin vaak niet gedraaid vanwege het woord "fuck".
De voorkant van de single bestaat, evenals de voorkant van het album, uit een foto van de Vietnamese monnik Thích Quảng Đức. Hij werd bekend nadat hij zich op 11 juni 1963 in brand stak op een druk kruispunt. Dit was een protestactie tegen het regime van de toenmalige president van Zuid-Vietnam Ngô Đình Diệm. De fotograaf, Malcolm W. Browne, won de World Press Photo of the Year-prijs voor deze foto in hetzelfde jaar. Ook was Killing in the Name een nummer waarbij de band vaak een Amerikaanse vlag verbrandde.
Bush-demonstranten gebruiken Rages single om zijn oorlogswoede te beschrijven. Killing in the Name wordt hier foutief met het aanvoegsel of geschreven.
"Killing in the Name" werd samen met "Bullet in the Head" en "Know Your Enemy" op een promo-vinyl geplaatst en in november 1992 naar verschillende radiostations en clubs verstuurd.
Het nummer komt in praktisch elke setlist van de band voor sinds de uitgave van het debuutalbum. Rage Against the Machine kreeg dankzij deze single aandacht in Engeland, nadat ze het speelden in Yoof, een Engels televisieprogramma. Het nummer kreeg in Engeland weer aandacht toen DJ Bruno Brookes per ongeluk de ongecensureerde versie van dit nummer afspeelde in zijn Top-40 Chart (BBC Radio 1). Deze actie leidde tot 138 klachten bij de BBC.
"Killing in the Name" is sinds zijn uitgave in 1993 bijna elk jaar aanwezig geweest in de Tijdloze 100 van Studio Brussel. Sinds 2001 staat het nummer standaard in de top 30. Killing in the Name werd vaak gespeeld door Audioslave tijdens concerten.
Het muziekblad Guitar World plaatste de gitaarsolo van Morello op plaats 89 in de lijst 100 Greatest Guitar Solos. Killing in the Name was volgens Q Magazine nummer 24 in de lijst van 100 Greatest Guitar Tracks en nummer 99 in de 100 beste nummers aller tijden.
In Vlaanderen is de intro van "Killing in the Name" bekend doordat ze voor het onderdeel "Hallo Televisie" met Tom Van Dyck werd gebruikt in het komische televisieprogramma In De Gloria.
In het computerspel Grand Theft Auto: San Andreas komt "Kiling in the Name" voor als een van de nummers van het radiostation Radio X. Een cover van het nummer is te bespelen in het spel Guitar Hero II voor de PlayStation 2 en de Xbox 360. In deze versie is de zin Fuck you, I won't do what you tell me! in het kader van censuur vervangen door You're under control, I won't do what you tell me! Komiek Bill Hicks gebruikte Killing in the Name vaak tijdens het einde van zijn shows.
In 2006 werd het nummer gecoverd door de Franse band La Maison Tellier op hun gelijknamige album. Deze versie duurt 3 minuten en 54 seconden. In 2007 werd een remix van het nummer uitgebracht Eddy Temple-Morris en Tom Bellamy (onder de naam LOSERS). Naast de Losers Remix is ook de Losers Clean Radio Edit op de cd aanwezig.
Rond kerst 2009 dook het nummer weer op. Op Facebook riep een Engelse groep op om de single Killing in The Name te downloaden en hiermee Joe McElderry van de eerste plaats in de Engelse hitlijsten af te stoten. De actie was bedoeld om de winnaar van het populaire X Factor dat jaar van de nummer 1-positie af te houden, omdat dit de afgelopen jaren steeds is gebeurd. Veel Britten steunden de actie en de single werd massaal gedownload. Om de actie meer kracht te geven besloten de Amerikaanse rockers een gratis concert weg te geven als het zou lukken op de eerste plaats te belanden. Vervolgens bereikte Rage Against the Machine in december 2009 de eerste positie in de Britse hitlijst. De single Killing In the Name werd in één week 502.000 keer legaal gedownload, volgens de Official Charts Company. Joe McElderry moest genoegen nemen met de tweede plaats. Zijn cover van The Climb werd 450.000 keer gedownload of verkocht. Dit betekende dat er voor het eerst in vijf jaar geen X Factor-winnaar op de hoogste plaats stond tijdens de kerstdagen
Killing in the Name kwam in 1992 tot #25 in Engeland, #7 in Australie, #8 in Nieuw Zeeland en piekte op #16 gedurende het 8-weken-durende verblijf in de NLse Top 40. De her-uitgave van de single in 2009 bracht het nummer in Engeland tot #1 en tot #2 in zowel Ierland als Schotland. In NL staat het nummer in de laatste 2 edities van de Top 2000: 1454 in 2011 en op 188 in 2012
live BBC 2009 (uncensored)
Het werd hoog tijd voor wat 1990ies. En nou bleek 1 toonaangevende band van dat decennium nog nooit aan de beurt te zijn geweest in Ranking the Hits
Rage Against the Machine is een Amerikaanse rockband uit Los Angeles, bestaande uit rapper Zack de la Rocha, gitarist Tom Morello, bassist Tim Commerford en drummer Brad Wilk. De band was één van de eerste die de genres hardrock en rap combineerden tot rapcore.
Het debuutalbum Rage Against the Machine werd uitgebracht in 1992, met als bekendste single "Killing in the Name". Het album werd gevolgd door Evil Empire (1996) en The Battle of Los Angeles (1999). Vlak voor de uitgave van het coveralbum Renegades (2000) stapte De la Rocha uit de band. De overige leden speelden met Chris Cornell verder als Audioslave. Na het opstappen van Cornell in 2007 kwam Rage Against the Machine weer samen voor een serie reünie-concerten, waaronder Europese optredens in 2008 en 2010.
De band staat bekend om hun socialistische teksten en politieke acties binnen en buiten de muziek. Het merendeel van de teksten van De la Rocha gaan over politieke zaken. De bandleden keerden zich veelvuldig tegen het kapitalisme en boden hun steun aan kleine socialistische groeperingen. Daarnaast steunt de muziek op de experimentele gitaargeluiden van Tom Morello.
Geschiedenis
1991 - 1992: Formatie van band
Na het afstuderen op de Harvard-universiteit verhuisde gitarist Tom Morello in 1986 van Illinois naar Los Angeles met de gedachte beroemd te worden in een rockband. Hij voegde zich bij Lock Up, waarmee hij een album (Something Bitchin' This Way Comes uit 1989) uitbrengt. Het album werd echter een flop en de band viel uit elkaar. In zijn periode bij Lock Up ontmoette hij Brad Wilk, die zonder succes auditie deed voor de positie van drummer in Lock Up. Morello zat zonder band maar wist precies wat hij nu wilde: een band waarin hij zijn politieke ideeën kon ventileren, vergelijkbaar met The Clash en Public Enemy. Zack de la Rocha was ondertussen de frontman van Inside Out, waarmee hij de ep No Spiritual Surrender uitbracht. Daarvoor speelde hij in Hardstance en samen met bassist Tim Commerford, die De la Rocha al sinds de basisschool kende, in Juvenile Expression.
In 1990 stapte Inside Out-gitarist Victor DiCara uit de band. Even probeerde De la Rocha de overige bandleden bij elkaar te houden, maar dat mislukte. Na het uiteenvallen van Lock Up ontmoette Morello in een club De la Rocha, die op het podium stond te freestylen met enkele vrienden. De geluidsinstallatie was echter zo slecht, dat Morello de teksten niet kon verstaan. De la Rocha straalde echter een bepaalde woede uit en omdat Morello toch benieuwd was waar hij het over had, besloot hij na afloop backstage te gaan en een gesprek aan te gaan. Ze raakten aan de praat en Morello bladerde een tijdje door de notitieboekjes van De la Rocha. Daaruit bleek dat de twee dezelfde politieke ideeën hadden. Morello was onder ook de indruk van de gedichten van De la Rocha. Samen besloten ze een band te beginnen. Morello belde Wilk op om als drummer te fungeren en De la Rocha nam contact op met Commerford. Rond november 1991 werd Rage Against the Machine opgericht.
De bandleden kwamen op de naam Rage Against the Machine door De la Rocha: in zijn tijd bij Inside Out hadden zij op dat moment een lied genaamd "Rage Against the Machine". Dit zou tevens de naam zijn van hun tweede album, maar het album kwam er nooit vanwege de breuk tussen de bandleden. Toen De la Rocha met Morello een nieuwe band op wilden richten, viel de keuze al snel op Rage Against the Machine. De la Rocha vertelde dat "de machine van alles kan zijn, van de politie in Los Angeles die automobilisten uit hun auto sleuren, tot moes slaan en hiermee wegkomen, tot het internationale kapitalistische mechanisme dat je tot een hersenloze plant vormt zonder echt na te denken over het systeem en van weekend naar weekend leeft."
1992 - 1993: Eerste demo en debuutalbum
Het eerste concert dat de band speelde, was in een huiskamer in Huntington Beach, Orange County. Het huis was van een vriend van Commerford. De band speelde slechts de vijf-en-een-half nummers die zij op dat moment hadden geschreven, maar het publiek kon het zo waarderen dat ze de nummers nog een keer moesten spelen. De bandleden vonden een pakhuis en gebruikten het drie maanden lang om te oefenen. Wat de opkomst van de band goed deed, was dat er vanaf het eerste concert al interesse was van platenmaatschappijen. Omdat de bandleden vonden dat er een bepaalde chemie was tussen elkaar, maakten ze in 1992 hun eigen demo. Deze bevatte 12 nummers, waaronder "Bullet in the Head", een single die later ook een plaats op het debuutalbum kreeg. De cassette werd opgenomen voordat de nummers live werden gespeeld, zodat ze meteen tijdens concerten verspreid kon worden. In totaal werd de demo 5.000 maal verkocht.
Er kwam meer aandacht voor de band, mede doordat zij het voorprogramma waren tijdens een concert van Porno for Pyros wat de doorbraak voor hen zou betekenen. De band trad op tijdens Lollapalooza II, waar ze ontdekt werden door een talentenmanager van Epic. De band tekende een contract bij de platenmaatschappij, waarbij als eis werd gesteld dat er totale vrijheid zou zijn in muziek en teksten. Epic stemde in en de band kon beginnen met het opnemen van hun eerste album, terwijl ze verder gingen met toeren. De band speelde voor het eerst in Europa toen ze samen met Suicidal Tendencies tot oktober 1992 toeren. Aan het eind van het jaar kwam het debuutalbum Rage Against the Machine uit. Het album bleef 89 weken in de Billboard Album Top 200. De toer ter promotie van het album begon en de band gaf daarin enkele benefiet-concerten voor Mumia Abu-Jamal, Leonard Peltier, de Anti-Nazi League en Rock for Choice. In 1993 trad de band wederom op tijdens het Lollapalooza-festival, echter ditmaal geheel naakt en met alleen een stuk duct tape op de mond. Op het lichaam van de bandleden waren de letters P.M.R.C. geschilderd, als protest tegen censuur in de muziek.
1994 - 1997: Evil Empire
Eind 1994 werd de band onder druk gezet door Epic Records: zij vonden dat het tijd was voor een nieuw album. Er werd besloten dat de bandleden de winter door gingen brengen in een huis in Atlanta. De A&R van de band, Michael Goldstone, wilde elke afleiding van de band weghalen. Daarnaast vertelde hij dat ze een nieuw album moeten opnemen, of anders maar uit elkaar moeten gaan. In Atlanta was er veel spanning tussen de bandleden. De communicatie was slecht en ze werden het niet eens over beslissingen. Er werd elke dag gerepeteerd, maar uiteindelijk verlieten ze Atlanta na vier weken zonder één nummer. De la Rocha vluchtte naar Chiapas, en liet de andere bandleden achter. Dit hele incident zorgde ervoor dat ze meer dan vier maanden niet met elkaar speelden.
Meer succes hadden ze toen de band terugging naar Los Angeles. Ze huurden een kamer tegenover één van hun appartementen en begonnen daar met het schrijven van nummers. In januari 1996 trad de band op tijdens het Big Day Out-Festival in Australië. Materiaal van dit optreden werd gebruikt voor de videoclip van "Bulls on Parade". Eén dag voor de première van deze single verscheen de band in Saturday Night Live. Dat optreden draaide uit op een incident, nadat de band omgekeerde Amerikaanse vlaggen op de versterkers hing. Aanwezige Steve Forbes eiste echter dat de vlaggen verwijderd werden en na weigering van de band werden ze uit het pand gezet. Twee dagen na het uitbrengen van "Bulls on Parade" kwam het tweede album Evil Empire uit. Het kwam meteen op de hoogste positie binnen in de Amerikaanse albumlijsten.
Op 20 januari 1997 speelden De la Rocha en Morello in de debuutshow van Radio Free L.A., een show (georganiseerd door Morello) die op talloze radiostations en op het internet te horen was. Samen met de twee speelden Flea (Red Hot Chili Peppers) en Steven Perkins (Porno for Pyros). Daarnaast werden politieke figuren geïnterviewd en werden er kwesties besproken. In de zomer van 1997 ging de groep op tournee met de hiphoppers van Wu-Tang Clan, wat de meest bezochte toer van het jaar werd. Ook bleef de band politiek actief, met als opmerkelijkste feiten een optreden op het benefietconcert voor de ter dood veroordeelde Mumia Abu-Jamal en het openlijk sympathiseren met de Peruaanse communistische guerrillabeweging Lichtend Pad (Sendero Luminoso) die door onder meer de Europese Unie als terroristisch wordt beschouwd.
1998 - 2000: The Battle of Los Angeles en Renegades
In februari 1998 nam de band "No Shelter" op, een single die later op de soundtrack van Godzilla terecht zou komen. Het schrijven van de overige nummers voor het derde album begon in mei 1998. Na de uitgave van "No Shelter" wilden Morello, Commerford en Wilk meteen doorgaan met het opnemen van nieuwe nummers. De la Rocha stond daar eerst negatief over maar om een nieuw 'Atlanta' te voorkomen, stemde hij in. Op 1 september 1998 dook de band de studio's in, om binnen een maand klaar te zijn. De band ging in 1999 voor het eerst in anderhalf jaar weer op toer, waarbij ze ook Woodstock 1999 aan deden. In november 1999, een dag voor het uitbrengen van het derde album The Battle of Los Angeles, werd manager Bridgette Wright ontslagen. De band kreeg later nog meer problemen met managers, met als gevolg dat Gary Gersh en John Silva in 2000 werden ontslagen. The Battle of Los Angeles bereikte de nummer één-positie en werd dubbel-platina. Ook speelde de band in Mexico-Stad, waarvan later de dvd The Battle of Mexico City uit zou komen.
De band organiseerde in 2000 samen met Beastie Boys en Busta Rhymes de Rhyme and Reason Tour, die werd afgelast nadat drummer Mike D gewond raakte tijdens een fiets-incident. Er kwamen plannen om een album met uitsluitend covers uit te brengen. Dit album zou dan worden geproduceerd door Rick Rubin. De nummers werden opgenomen, maar er gingen geruchten rond dat De la Rocha niet wilde dat deze plaat uitgebracht werd. Spanningen tussen de bandleden groeiden en een ander incident wekte de woede van De la Rocha: tijdens de MTV Video Music Awards van 2000 zorgde Tim Commerford voor het meest spraakmakende moment van de avond door een vijf meter hoge stelling op het podium te beklimmen tijdens de Best Video Award-uitreiking. De la Rocha vertrok onmiddellijk uit de zaal om zijn ongenoegen over Commerford te uiten. Commerford en zijn bodyguard moesten één nacht in de cel doorbrengen. Zijn aanklachten werden geseponeerd nadat hij schuld bekende voor de incidenten. In september 2000 werd er aan de media verteld dat de relatie tussen de bandleden nog goed was. Op 18 oktober verklaarde De la Rocha echter dat hij Rage Against the Machine ging verlaten:
"Ik denk dat het nu noodzakelijk is om Rage te verlaten omdat het maken van beslissingen in de band gefaald heeft. De belangen liggen niet langer in de band, en vanuit mijn perspectief gaat dat ten koste van de creativiteit en politieke idealen. Ik ben enorm trots op ons werk, zowel als activisten als muzikanten. Daarbij ben ik ook trots en dankbaar voor iedereen die solidair met ons was en deze geweldige ervaring met ons heeft gedeeld."
De opsplitsing was een bevestiging voor wat fans al dachten: er was geen goede relatie meer tussen De la Rocha en de overige bandleden. De (voorlopig) laatste twee concerten van de band werden gehouden op 12 en 13 september. Beelden daarvan zijn te zien op de dvd Live at the Grand Olympic Auditorium, die in 2003 werd uitgebracht. Op 5 december kwam Renegades uit, die twee singles voortbracht: "Renegades of Funk" en "How I Could Just Kill A Man".
2000 - 2007: Solocarrière en Audioslave
Geruchten gingen in de pers dat na de opsplitsing er geen goede relatie zou zijn tussen de bandleden. Zij ontkenden dit echter. Commerford beweerde dat hij en De la Rocha vaak samen gingen surfen, terwijl Morello ook contact met hem onderhield. De la Rocha begon aan een solo-album te werken, maar liet dit schieten nadat hij samen met Trent Reznor van Nine Inch Nails kon werken. Samen namen zij een album op, maar deze werd nooit uitgebracht. Samen met DJ Shadow bracht De la Rocha in 2003 de single "March of Death" uit. Dit was een protest tegen de Irakoorlog en was gratis te downloaden van het internet.
Na het vertrek van Zack de la Rocha wilden de overige bandleden een nieuwe leadzanger voor de band zoeken. De namen van Rey Oropeza, B-Real en Chuck D werden genoemd. Uiteindelijk besloten de bandleden Rage Against the Machine achter zich te laten. Rick Rubin stelden de drie voor aan ex-Soundgarden-frontman Chris Cornell. Ze speelden samen een sessie en besloten daarna een album op te nemen en te kijken waar het schip zou stranden. De nieuwe band, genaamd Audioslave, schreef ongeveer 20 nummers. Eén daarvan, "Cochoise", werd de eerste single. Het debuutalbum Audioslave werd op 19 november 2002 uitgebracht en werd driemaal platina. Tijdens concerten van Audioslave werden regelmatig nummers van Soundgarden en Rage Against the Machine gespeeld, zoals "Bulls on Parade", "Killing in the Name" en "Sleep Now in the Fire".
Een nieuwe mijlpaal bereikte de band op 31 mei 2005, toen ze als eerste Amerikaanse rockband in Cuba speelden. Het tweede album Out of Exile kwam op 24 mei 2005 uit. De band ging veelvuldig toeren, waaronder op Live 8 (Berlijn). Ruim een jaar na het tweede album kwam Revelations uit. Na het uitbrengen van dit album werd er niet getoerd. Chris Cornell begon zich op zijn solocarrière te richten. Tom Morello creëerde een alias, The Nightwatchman, waarmee hij politiek gerichte folkmuziek ging maken. Zijn eerste soloalbum One Man Revolution kwam op 24 april 2007 uit. Datzelfde jaar hield Morello veelvuldig concerten, zoals op Pinkpop 2007. Op 15 februari maakte Cornell bekend dat hij uit Audioslave stapte, waarmee hij het einde van de band tekende.
2007 - heden: Reünies
Nog voordat Audioslave ophield met bestaan, kwamen er in januari 2007 berichten dat Rage Against the Machine bij elkaar zou komen voor een reünie-concert op het Coachella Valley Music and Arts Festival in Californië. Enkele dagen later werd door de officiële website bevestigd dat zij op 29 april 2007 gingen optreden als festival-afsluiter. Morello vertelde in de media dat de reünie vooral een politieke achtergrond had: de Verenigde Staten waren in zijn ogen te veel in handen van rechtse politici gevallen.[21] Vermoedens over een definitieve terugkeer van Rage Against the Machine werden sterker toen Chris Cornell besloot uit Audioslave te stappen.
Op 14 april, twee weken voor Coachella, gaven De la Rocha en Morello een kort akoestisch optreden in Chicago. Op dat moment was er een protest gaande voor rechten in de fastfood-industrie. Later werden er nog drie optredens gepland op het Rock The Bells Festival, dat plaats vond in New York en Californië). Daar traden zij samen met de Wu-Tang Clan op. De band noemde deze concerten een protest tegen de Bush-regering. Tijdens het Coachella-concert speelde de band het nummer Wake Up, met een tirade van Zack de la Rocha in de richting van de Amerikaanse regering. Hij verklaarde dat "als de Amerikaanse presidenten dezelfde straffen zouden krijgen als de Nazi's na de Tweede Wereldoorlog, zou elke president vanaf Truman opgehangen en gefusilleerd moeten worden zoals elke oorlogsmisdadiger verdient. Het huidige kabinet is daar geen uitzondering op." De teksten van De la Rocha zorgden voor grote consternatie in de media en het publiek.
Op 24 augustus speelde de band voor het eerst in zeven jaar een eigen concert in East Troy, Wisconsin met Queens of the Stone Age als voorprogramma. In 2008 ging de band door met toeren: in januari en februari werden enkele concerten gehouden in Japan en Australië. Gaandeweg werden er ook optredens in Europa bevestigd. Op 30 mei trapte Rage Against the Machine deze Europese toer af op het Electric Festival in Getafe, twee dagen later gevolgd door een plek als headliner op Pinkpop 2008. Die zomer werden ook onder andere het Rock am Ring- en Rock im Park festival en de Reading en Leeds Festivals aangedaan. Ook werden er eigen concerten gehouden, zoals op 2 juni in het Sportpaleis in Antwerpen. Geruchten over nieuw materiaal werd in december door Morello ontkend: "Daar zijn nu geen plannen voor. De optredens van de laatste anderhalf jaar waren geweldig en ik zie geen reden om niet nog meer optredens te geven. Het punt is dat elke dag maar een bepaald aantal muzikale uren heeft en die van mij zijn momenteel erg bezet."
Vlak voor de kerst van 2009 werd er in het Verenigd Koninkrijk op het internet een campagne georganiseerd om "Killing in the Name" als 'Christmas Number One' in de UK Singles Chart te krijgen. Dit om te voorkomen dat er voor het vijfde opeenvolgende jaar een X Factor-winnaar op één zou belandden (in dit geval Joe McEldery). Op 20 december behaalde het nummer inderdaad de toppositie door de verkoop van 500.000 singles. Om de Engelse fans te bedanken hield de band in juni een gratis optreden in het Londense Finsbury Park. Ook verscheen Rage Against the Machine in dezelfde maand op Rock am Ring en Rock im Park.
Stijl
Invloeden en technieken
Rage Against the Machine was één van de eerste bands die de genres hardrock en rap combineerden tot rapcore. De la Rocha luisterde in zijn jeugd veel naar de Sex Pistols en Bad Religion. Deze artiesten waren voor hem een reden om gitaar te gaan spelen. Naarmate De la Rocha ouder werd, ging hij zich meer interesseren de hardcore punk van Minor Threat, Bad Brains en Teen Idles. Morello speelde als kind al gitaar omdat hij een nummer van KISS na wilde spelen, maar begon pas serieus te oefenen nadat hij Sex Pistols beluisterde. Commerford werd in zijn jeugd vooral beïnvloed door hiphop en jazz. Zijn favoriete artiesten waren Cypress Hill en N.W.A. Wilk had als grootste invloeden Led Zeppelin (en dan met name drummer John Bonham), James Brown, George Clinton en Sex Pistols. Een van de artiesten die de weg plaveiden voor de band was het Nederlandse Urban Dance Squad. Het debuutalbum Rage Against the Machine was dan ook een combinatie tussen rap, hardcore, jazz en funk. Volgens Rolling Stone legde Rage Against the Machine "de fundamenten voor de agressieve rock en rap-combinatie en ging daarmee eind jaren 90 de strijd aan met tienermuziek en hip-hop." Daaruit vloeiden bands als Korn en Limp Bizkit. Ook Muse heeft verklaard Rage Against the Machine als invloed te hebben, met zanger/gitarist Matt Bellamy die Rage Against the Machine zijn favoriete band noemt en Tom Morello als inspiratie heeft. Bellamy’s gitaarstijl is te vergelijken met die van Morello. Hij verklaarde daarop dat Bellamy slechts een van de twee moderne gitaristen is die hij ook maar enigszins interessant vond.
Tom Morello is het meest bekend geworden dankzij zijn unieke gitaarwerk. Het blad Rolling Stone plaatste Morello op plaats 26 in de lijst van 100 beste gitaristen aller tijden. Zijn muziek bestaat uit een groot aantal geluiden waarvan de meeste door Morello zelf zijn verzonnen. Hij maakte deze geluiden door zelf met de elektronica in zijn gitaren te spelen of door bepaalde effecten te combineren. Zijn bekendste effectpedaal is de Digitech Whammy, daarmee kan je een of twee octaven boven of onder de gespeelde noot krijgen. Hierdoor krijg je een beetje fluitgeluid soms. In solo's van Know your Enemy zijn de bijgevoegde noten goed te horen. Ook zijn killswitch-effect is erg bekend. Dat doet Morello door steeds te wisselen tussen een gitaarelement dat het volume op nul heeft waardoor je niks hoort, en een andere element dat het volume op 10 heeft. Hiermee heeft hij onder andere het bekende 'DJ'-geluid geproduceerd, en kan hij de solo van onder andere "Bullet in the Head" en "Sleep Now In The Fire" spelen. Morello's meest bekende gitaar is de Arm the Homeless-gitaar. Andere gitaren die hij gebruikt zijn de Soul Power- en de Sendero Luminoso-gitaar. Eén van de kenmerken van de band is dat ze geen samples, keyboards en synthesizers gebruikt. Dit staat ook vermeld op de albums.
Optredens
Rage Against the Machine begon te toeren in 1992, het jaar waarop hun debuutalbum verscheen. Zij kregen meteen een reputatie van explosieve live-band. In mei 1993 stond de band voor het eerst in Nederland als vervanger van Alice In Chains op het Pinkpop Festival. Jan Douwe Kroeske vertelde zijn ervaringen in OOR: "Het was alsof er een rotje implodeert: ineens moest alles los bij die jongens. Alles wat er aan de show vooraf ging beschouwde de band als saai en overbodig; in één klap werd al die energie op dat veld losgelaten." De energie die de band uitstraalde werd ook overgenomen door de toeschouwers: bij het Pinkpop-optreden in 1994 veroorzaakte het publiek een aardschok van 1 op de schaal van Richter.
Het podium van Rage Against the Machine werd altijd gedecoreerd met eigen materiaal. Zo was vaak de EZLN-vlag te zien op de achtergrond. Ook werd als protest tegen de Amerikaanse regering een omgekeerde vlag van de Verenigde Staten opgehangen. Tijdens Woodstock 1999 stak De la Rocha na "Killing in the Name" de vlag voor 200.000 toeschouwers in brand.
De setlist van de band bestond meestal uit nummers van hun eerste drie albums, later soms aangevuld met "Renegades of Funk" en "How I Could Just Kill A Man" van Renegades. Af en toe werd er ook een cover gespeeld; in de reünie-toer in 2008 speelde de band een versie van "Clampdown", een nummer van The Clash. Nummers als "Freedom", "Bulls on Parade" en "Killing in the Name" werden vrijwel altijd tijdens optredens gespeeld. In de latere jaren was "Killing in the Name" zonder uitzondering het laatste nummer. De la Rocha probeerde vaak tijdens nummers ruimte te maken om een speech over zijn politieke idealen te geven. Dit gebeurde meestal tijdens "Wake Up". Tijdens de reünie-toer in 2008 verschenen de bandleden enkele malen op het podium met oranje overalls en een zwarte zak over hun hoofden, vergelijkbaar met de kleding van Guantánamo Bay-gevangenen. Op de Reading) en Leeds-festivals speelden zij hun eerste nummer "Bombtrack" in dit kostuum, om daarna in normale kleding verder te spelen. Een ander terugkerend ritueel in de reünie-toer was het afspelen van De Internationale, een strijdlied en kenmerk van socialisme.
Politieke ideologieën
Teksten
Rage Against the Machine heeft in de jaren 90 een reputatie opgebouwd als controversiële band qua politieke acties. De band staat bekend om zijn socialistische statements en acties. Daarmee hebben ze zich meerdere malen tegen de Amerikaanse regering gekeerd. De band is echter niet tegen de Verenigde Staten, zoals Morello vermeldt: "Ik ben er enorm trots op dat ik Amerikaan ben. Ik ben van mening dat wat de Amerikaanse corporate-controlled regering doet, schaamteloos is. Maar in de V.S. is er een strijdvaardige cultuur aanwezig waar ik graag bij wil horen. (...) Er is zoveel waar een Amerikaan trots op kan zijn, maar waar hij niets van afweet. De moed en de durf die de vakbondsleiders rond 1900 hadden, is bewonderenswaardig. Er waren mensen die overzee werden gestuurd en vochten voor Uncle Sams Wall Street-oorlogen... maar deze mensen wisten waar ze voor vochten. Dat is moed."
De la Rocha is verantwoordelijk voor de teksten van de nummers. Zijn teksten behandelen altijd politieke zaken zoals racisme, onderdrukking en armoede. De single "Killing in the Name" gaat over het racisme in politiekorpsen. De zin Some of those that work forces are the same that burn crosses vergelijkt De la Rocha politieagenten ("forces") met leden van de Ku Klux Klan ("burn crosses"). De la Rocha neemt het in zijn teksten vaak op voor de armere delen van de Verenigde Staten en Mexico. "Down Rodeo" behandelt de verschillen tussen arm en rijk in de V.S. en wat de gevolgen zouden zijn als de armen in opstand zouden komen. De tekst van "Sleep Now in the Fire" gaan vermoedelijk over hebberigheid. Daarbij doelen ze onder andere op de kolonisatie van de Spanjaarden in de Verenigde Staten en de slavernij in de 19e eeuw. Ook levert de band kritiek op enkele acties van de Amerikaanse regering door de jaren heen, zoals de atoombom op Hiroshima en het gebruik van Agent Orange in de Vietnamoorlog. Ook heeft Rage Against the Machine meermaals kritiek geüit op de Amerikaanse regering. Het George W. Bush-kabinet was zelfs een reden voor de band om een reünie te houden. Deze kritiek is onder andere te horen in "Bullet in the Head", waarin De la Rocha beweert dat de Amerikaanse regering de bevolking onder controle houdt door manipulatie van de media. "Guerrilla Radio" gaat over de presidentsverkiezingen van de Verenigde Staten in 2000 tussen George W. Bush en Al Gore. Het is ook een uitspraak over de democratie in de Verenigde Staten, die te verwaarlozen zou zijn.
Steun
Een RATM-concert in New Orleans, waarbij de EZLN-vlag op de achtergrond zichtbaar is.
In "Voice of the Voiceless", "Guerrilla Radio" en de videoclip van "Renagedes of Funk" maakt de band referenties naar Mumia Abu-Jamal, een Black Panther-activist die ervan beschuldigd wordt in 1981 een politieagent doodgeschoten te hebben. Hij zit momenteel een nog onbepaalde gevangenisstraf uit. In januari 1999 organiseert Rage Against the Machine een benefietconcert voor Abu-Jamal. Er was veel mediabelangstelling voor het evenement en even was er twijfel of het concert doorgang kon vinden, maar uiteindelijk werd er toestemming gegeven. Artiesten zoals Black Star, Bad Religion en de Beastie Boys kwamen een optreden geven. Op 12 april ging De la Rocha naar Genève om te protesteren voor het gebouw van de Verenigde Naties. Op 24 april 1999 werden er in verschillende internationale steden protesten gehouden voor Abu-Jamal. In Philadelphia waren Zack de la Rocha en Tom Morello ook aanwezig. In de lijst van boeken die de band aanraadt in het boekje van Evil Empire staan twee boeken van Mumia Abu-Jamal: International Terrorism and the CIA en Live From Death Row. Op 15 januari 1997 schreef Abu-Jamal vanuit de gevangenis een brief naar Rage Against the Machine en andere mensen die hem gesteund hebben. De brief is hier te lezen.
De band, en vooral De la Rocha, steunt de EZLN, het Zapatistisch Nationaal Bevrijdingsleger. De la Rocha, zelf half Mexicaans, is vier maal naar Chiapas afgereisd om de EZLN te helpen in hun strijd. Zijn eerste keer was met een observatieteam dat moest onderhandelen tussen de EZLN en de Mexicaanse regering. De onderhandelingen liepen echter uit de hand en De la Rocha en het team moesten een menselijk schild vormen om een confrontatie te voorkomen. Zijn tweede reis, in 1996, was naar vredeskampen in La Garrucha. Datzelfde jaar nog ging hij wederom terug om studenten, muzikanten en activisten uit Los Angeles Chiapas te laten zien. De nummers "Wind Below", "Without A Face", "Calm Like a Bomb", "War Within a Breath" and "Maria" behandelen het onderwerp. Een andere groepering waar de band voor streed was Communistische Partij van Peru (ook wel Lichtend Pad), wat te zien is in de videoclip van "Bombtrack". Ook in "People of the Sun" geeft de band haar steun aan de EZLN. Ook behandelt dit nummer onderwerpen als de vernietiging van het Azteekse Rijk door de Spanjaarden en de Zoot Suit Riots in 1943, die in Los Angeles plaatsvonden.
Tijdens shows van Rage Against the Machine zei De la Rocha vaak voor aanvang van het nummer Freedom: "Het duurt al 20 jaar, er is geen bewijs en hij zit nog steeds gevangen." Dit riep hij om aandacht te vragen voor Leonard Peltier, een lid van de American Indian Movement die veroordeeld werd na het doden van twee FBI-agenten na een schietpartij op het Pine Ridge Indian Reservation. Peltier kreeg tweemaal levenslang opgelegd. Er is twijfel of het proces eerlijk is verlopen en of Peltier niet een politieke gevangene is, zoals Amnesty International aangeeft. Ook Nelson Mandela en het Europees Parlement staan achter Peltier. Sinds 6 februari 1976 zit hij in de gevangenis. De videoclip van "Freedom" bevat het gehele verhaal van Peltier. Op het Woodstock-festival in 1999 riep De la Rocha ook op om te strijden voor de vrijheid van Peltier.
Controverses
Parents Music Resource Center
Op 18 juli 1993 speelde Rage Against the Machine op het Lollapalooza-festival in Philadelphia. Daar werd besloten een protest te houden tegen de Parents Music Resource Center, een groep die opgericht werd door Tipper Gore (de vrouw van Al Gore) en strijdt voor censuur in de muziek. PMRC is van mening dat de popmuziek (en met name rock) de oorzaak is van de toename van geweld in de maatschappij. De band besloot te protesteren tijdens aanvang van hun optreden: de leden kwamen volledig naakt het podium opgelopen met alleen een stuk duct tape op hun mond. Op de lichamen stonden de letters PMRC geschilderd. Een andere reden om te protesteren was het feit dat De la Rocha een dag voor het optreden zijn stem kwijtraakte. De bandleden bleven 14 minuten op het podium staan. De eerste tien minuten ondersteunde het publiek de actie. Daarna begon het publiek zich tegen de band te keren. Tom Morello vermeldde dat de actie uitgevoerd werd zodat het publiek besefte dat als ze het heft niet in eigen handen zouden nemen, ze niet bands als Rage Against the Machine zouden kunnen zien. "Het was ook niet de bedoeling een "feel good"-protest te houden. Het was om mensen wakker te schudden in de realiteit die de artistieke gemeenschap in gevaar brengt.'" De band speelde die avond niet meer, maar om de fans te compenseren speelden ze drie dagen later een gratis concert.
Optreden Saturday Night Live 1996
Op 13 april 1996 werd Rage Against the Machine uitgenodigd voor een optreden in de Amerikaanse show Saturday Night Live. De presentator van die avond was miljardair Steve Forbes. De band had zich vooraf tegen Forbes gekeerd en wilde dit tonen door twee omgekeerde Amerikaanse vlaggen voor hun versterkers te hangen. De eerste poging van de band om de vlaggen op te hangen was tijdens een de repetities van de aflevering op donderdag. De producers van Saturday Night Live eisten dat de vlaggen verwijderd werden. De redenen waren dat de sponsors niet blij zouden zijn met de actie, en dat vanwege Forbes het programma een strakker schema had. Ook deelden de producers mee dat discutabele teksten in "Bullet in the Head" (met "Bulls on Parade" de twee nummers die de band ging spelen) gecensureerd zouden worden. Er werd zelfs aan gedacht om het gehele nummer in de studio niet te laten horen, omdat er familie en vrienden van Forbes aanwezig zouden zijn. Vlak voor de live-uitzending werden de vlaggen toch weer teruggehangen.
De band speelde het eerste nummer ("Bulls on Parade"). Na dit nummer kwamen mensen van NBC die de band verzochten onmiddellijk het pand te verlaten. Tim Commerford reageerde woedend en bestormde de kleedkamer van Forbes, waarbij hij stukken van de gescheurde Amerikaanse vlag liet zien. Saturday Night Live gaf tijdgebrek aan als reden van het vervroegde einde. Morello vermeldde later nog dat het personeel van Saturday Night Live de actie betreurde en achter de band stond: "Rage Against the Machine het tegenovergestelde wilde doen bij een grappenmakende miljardair... door ons eigen standpunt duidelijk te maken. (...) De omgekeerde vlaggen staan symbool voor de samenleving die wij democratie noemen als presidentsverkiezingen altijd gaan tussen twee personen uit de elite komen. Amerika’s vrijheid van meningsuiting is omgekeerd als wij onze standpunten niet kunnen uiten vanwege sponsors. Ten slotte is het ook onze manier van meningsuiting tegen Forbes."
Opname videoclip Sleep Now in the Fire
De videoclip voor "Sleep Now in the Fire" werd geregisseerd door Michael Moore. De clip begint met een shot op de Wall Street-beurs met de melding dat op maandag verschillende records zijn gebroken en op dinsdag dat Rage Against the Machine niet op Wall Street zal spelen (met toenmalig burgemeester van New York City Rudolph Giuliani in beeld). Dan, op woensdag is de band toch te zien op een klein podium dat voor de hoofdingang van de NYSE staat. Als de band speelt, zijn verschillende politieagenten actief om de boel te bedaren. In het publiek staan veel mensen mee te springen op de muziek, waaronder zakenmensen die op Wall Street werken. Tijdens de opnames werd Michael Moore een uur lang vastgehouden door de politie (zijn arrestatie is te zien in de clip). Tevens moest de NYSE om 3 uur ’s middags zijn deuren sluiten omdat er te veel mensen kwamen opdagen om de opnames te zien.
2000 Democratic National Convention
RATM-fans protesteren voor de Democratic National Convention in 2000 voor Abu-Jamal.
In 2000 speelde Rage Against the Machine een gratis concert tijdens de 2000 Democratic National Convention, het evenement waarop de Democraten hun kandidaat Al Gore kozen. De band speelde om te protesteren tegen het tweepartijensysteem. Plannen om te protesteren waren er al in april van dat jaar. De lokale autoriteiten hadden de band eerst op een plek redelijk ver van de conventie geplaatst voor het concert. De rechter besloot echter dat het concert en de protesten op een terrein tegenover de conventie mochten worden gehouden. De politie reageerde daarop door een hek van 4 meter hoog te plaatsen en meer dan 2000 agenten in te zetten (mobiele eenheid, politie te paard, motoren, patrouillewagens en helikopters).
Tijdens het concert riep De la Rocha: "broeders en zusters, onze vrijheid is gekaapt!". Na het optreden verzamelde een groep demonstranten zich voor de oproerpolitie, om stenen en andere projectielen te gooien. Ook stalen objecten en ammoniak gingen richting de politie. De politie verklaarde daarop dat de situatie ordeverstoring werd en sloot de stroom af, waardoor de op dat moment optredende groep Ozomatli afgekapt werd. De groep kreeg 20 minuten de tijd om zich te verspreiden. Toch bleef een groep staan. Het was reden voor de politie om traangas en rubberkogels te gebruiken. Twee demonstranten die een hek beklommen en met een zwarte vlag zwaaiden, werden met pepperspray uitgeschakeld. In totaal werden zes mensen gearresteerd.
De politie van Los Angeles kreeg na het incident veel kritiek te verwerken. Een American Civil Liberties Union-lid noemde de actie niets meer dan een georganiseerde politie-rel. Er werd melding gemaakt van het onnodig vuren op omstanders en onnodig geweld. De reactie van het politiekorps was dat het 'geweldig' en 'gedisciplineerd' werd afgehandeld. De la Rocha was woedend over de acties: "Het maakt mij niet uit dat er op televisie wordt gezegd dat het geweld door de concertbezoekers is veroorzaakt, zij beginnen op ons te schieten. En dat is belachelijk, aangezien wij geen rubberkogels, M16's gummiknuppels of helmen hadden." Beelden van de incidenten zijn te zien op de dvd Live at the Grand Olympic Auditorium.
We ranken Killing in the Name van Rage against the Machine´s gelijknamige debuutalbum uit 1992, de eerste single van dat album.
De riff voor "Killing in the Name" ontstond in 1991 tijdens een gitaarles die Morello gaf aan een student. Morello gaf in zijn appartement in West-Hollywood les in hardrock-riffs, maar toen zijn Fender Stratocaster problemen kreeg moest hij terugvallen op zijn Ibanez-basgitaar. Toen ontstond de "Killing in the Name"-riff. Hij stopte de les, pakte een cassetterecorder en nam het stukje op. Daarna ging hij weer verder met de les. De volgende dag nam hij de cassette mee naar een studio in Noord-Hollywood, waar het werk begon. Morello stelde later wel dat het nummer een collaboratie was van alle bandleden: "Timmy C's geweldige bas, Brad Wilks funky, harde drums en Zack [de la Rocha]'s perfecte mengeling met de gitaar".
In december 1991 verscheen "Killing in the Name" op de eerste demotape die de band via Atlantic Records uitbracht. Van die demo werden 5000 exemplaren verkocht. Een jaar later was "Killing in the Name" het tweede nummer en de leadsingle van het debuut Rage Against the Machine.
Het gitaarstuk van het nummer wordt gespeeld in een Drop-D-tuning (kenmerkend voor metalnummers) en de D-toonsoort. De gitaarsolo van Tom Morello wordt geproduceerd met behulp van de Digitech Whammy, een apparaat dat voor verschuivingen in toonhoogten kon zorgen. Morello speelt de solo twee octaven hoger. Deze Whammy is op elk album van Rage Against the Machine te horen. Voor "Killing in the Name" gebruikte Morello de Digitech Whammy WH-1, een model uit de jaren '80.
De tekst van "Killing in the Name" gaat over racisme in Amerikaanse overheidsinstanties. Met de regel "Some of those that work forces, are the same that burn crosses" doelt de band op de Ku Klux Klan. Deze racistische groepering heeft als kenmerk dat bij het ritualistisch ophangen van zwarte mannen, en later hele zwarte gezinnen, een brandend kruis als symbool werd gebruikt. Later werd het plaatsen van een branden kruis gebruikt om angst aan te jagen onder gekleurde bevolkingsgroepen. Tijdens sommige concerten verandert De la Rocha deze zin in "Some of those that burn crosses, are the same who hold office" in het tweede couplet. Ook de volgende regel verwijst er naar: 'Those who died, are justified, for wearing your badge they're the chosen whites', waarbij mensen van de overheid ('wearing a badge') in verband worden gebracht met 'chosen whites', verwijzend naar de blanke mannen in witte kleding van de KKK. Het nummer eindigt met de zin "Fuck you, I won't do what you tell me", dat 16 keer wordt herhaald. In de versies die radiostations draaien wordt deze zin vaak niet gedraaid vanwege het woord "fuck".
De voorkant van de single bestaat, evenals de voorkant van het album, uit een foto van de Vietnamese monnik Thích Quảng Đức. Hij werd bekend nadat hij zich op 11 juni 1963 in brand stak op een druk kruispunt. Dit was een protestactie tegen het regime van de toenmalige president van Zuid-Vietnam Ngô Đình Diệm. De fotograaf, Malcolm W. Browne, won de World Press Photo of the Year-prijs voor deze foto in hetzelfde jaar. Ook was Killing in the Name een nummer waarbij de band vaak een Amerikaanse vlag verbrandde.
Bush-demonstranten gebruiken Rages single om zijn oorlogswoede te beschrijven. Killing in the Name wordt hier foutief met het aanvoegsel of geschreven.
"Killing in the Name" werd samen met "Bullet in the Head" en "Know Your Enemy" op een promo-vinyl geplaatst en in november 1992 naar verschillende radiostations en clubs verstuurd.
Het nummer komt in praktisch elke setlist van de band voor sinds de uitgave van het debuutalbum. Rage Against the Machine kreeg dankzij deze single aandacht in Engeland, nadat ze het speelden in Yoof, een Engels televisieprogramma. Het nummer kreeg in Engeland weer aandacht toen DJ Bruno Brookes per ongeluk de ongecensureerde versie van dit nummer afspeelde in zijn Top-40 Chart (BBC Radio 1). Deze actie leidde tot 138 klachten bij de BBC.
"Killing in the Name" is sinds zijn uitgave in 1993 bijna elk jaar aanwezig geweest in de Tijdloze 100 van Studio Brussel. Sinds 2001 staat het nummer standaard in de top 30. Killing in the Name werd vaak gespeeld door Audioslave tijdens concerten.
Het muziekblad Guitar World plaatste de gitaarsolo van Morello op plaats 89 in de lijst 100 Greatest Guitar Solos. Killing in the Name was volgens Q Magazine nummer 24 in de lijst van 100 Greatest Guitar Tracks en nummer 99 in de 100 beste nummers aller tijden.
In Vlaanderen is de intro van "Killing in the Name" bekend doordat ze voor het onderdeel "Hallo Televisie" met Tom Van Dyck werd gebruikt in het komische televisieprogramma In De Gloria.
In het computerspel Grand Theft Auto: San Andreas komt "Kiling in the Name" voor als een van de nummers van het radiostation Radio X. Een cover van het nummer is te bespelen in het spel Guitar Hero II voor de PlayStation 2 en de Xbox 360. In deze versie is de zin Fuck you, I won't do what you tell me! in het kader van censuur vervangen door You're under control, I won't do what you tell me! Komiek Bill Hicks gebruikte Killing in the Name vaak tijdens het einde van zijn shows.
In 2006 werd het nummer gecoverd door de Franse band La Maison Tellier op hun gelijknamige album. Deze versie duurt 3 minuten en 54 seconden. In 2007 werd een remix van het nummer uitgebracht Eddy Temple-Morris en Tom Bellamy (onder de naam LOSERS). Naast de Losers Remix is ook de Losers Clean Radio Edit op de cd aanwezig.
Rond kerst 2009 dook het nummer weer op. Op Facebook riep een Engelse groep op om de single Killing in The Name te downloaden en hiermee Joe McElderry van de eerste plaats in de Engelse hitlijsten af te stoten. De actie was bedoeld om de winnaar van het populaire X Factor dat jaar van de nummer 1-positie af te houden, omdat dit de afgelopen jaren steeds is gebeurd. Veel Britten steunden de actie en de single werd massaal gedownload. Om de actie meer kracht te geven besloten de Amerikaanse rockers een gratis concert weg te geven als het zou lukken op de eerste plaats te belanden. Vervolgens bereikte Rage Against the Machine in december 2009 de eerste positie in de Britse hitlijst. De single Killing In the Name werd in één week 502.000 keer legaal gedownload, volgens de Official Charts Company. Joe McElderry moest genoegen nemen met de tweede plaats. Zijn cover van The Climb werd 450.000 keer gedownload of verkocht. Dit betekende dat er voor het eerst in vijf jaar geen X Factor-winnaar op de hoogste plaats stond tijdens de kerstdagen
Killing in the Name kwam in 1992 tot #25 in Engeland, #7 in Australie, #8 in Nieuw Zeeland en piekte op #16 gedurende het 8-weken-durende verblijf in de NLse Top 40. De her-uitgave van de single in 2009 bracht het nummer in Engeland tot #1 en tot #2 in zowel Ierland als Schotland. In NL staat het nummer in de laatste 2 edities van de Top 2000: 1454 in 2011 en op 188 in 2012
live BBC 2009 (uncensored)
Laatst aangepast door sokratikos op 27.05.13 22:52; in totaal 1 keer bewerkt
sokratikos- Music-Master
- Aantal berichten : 10290
Registratiedatum : 24-04-11
Leeftijd : 53
Woonplaats : Nijmegen, NL, Europa, Aarde, Wereld
Re: *RTH* Rage against the Machine - Killing in the Name
Het kan niet anders of de heerlijke lentedag deze maandag heeft zijn invloed gehad op de meer dan voortreffelijke RTH' s, die vandaag geplaatst zijn.
Rock as it should be. Kwalitatief hoogstaand, zowel qua muziek als qua inhoud.
Een 10 (heb ik wel eens 2 tienen op een dag gegeven, denk het niet, maar vandaag was de dag )
Rock as it should be. Kwalitatief hoogstaand, zowel qua muziek als qua inhoud.
Een 10 (heb ik wel eens 2 tienen op een dag gegeven, denk het niet, maar vandaag was de dag )
MrJohn- Chief
- Aantal berichten : 16701
Registratiedatum : 16-12-08
Leeftijd : 74
Re: *RTH* Rage against the Machine - Killing in the Name
Dit is weer zo'n plaat van de buitencategorie zoals er maar weinigen zijn. Het gaat natuurlijk tienen regenen (plus een anonieme 1 ofzo). En eigenlijk is dat te weinig. Om onderscheid te maken met andere platen die een 10 krijgen verdient deze eigenlijk een 11.
Het absolute hoogtepunt op menig alternative 90's party, waarbij iedereen maar dan ook letterlijk iedereen de adembenemende apotheose meebrult. Wat een ongekende hoeveelheid tomeloze energie. Dit is met recht bloed, zweet en tranen. Bij ontbreken van een 11 zal ik RATM tekort moeten doen met een 10.
Het absolute hoogtepunt op menig alternative 90's party, waarbij iedereen maar dan ook letterlijk iedereen de adembenemende apotheose meebrult. Wat een ongekende hoeveelheid tomeloze energie. Dit is met recht bloed, zweet en tranen. Bij ontbreken van een 11 zal ik RATM tekort moeten doen met een 10.
Re: *RTH* Rage against the Machine - Killing in the Name
Ik dacht eerder aan een 12
Maar goed, ik ga hier verder geen woorden aan vuil maken. Dix points, ten points.
Maar goed, ik ga hier verder geen woorden aan vuil maken. Dix points, ten points.
Laatst aangepast door Dutchzaphod op 27.05.13 23:30; in totaal 1 keer bewerkt
Re: *RTH* Rage against the Machine - Killing in the Name
Ik heb dit altijd een vreselijke plaat gevonden. Veel geschreeuw en weinig wol vind ik het. 2
_________________
Sowhat, voor al uw feesten en partijen!
sowhat- Chief
- Aantal berichten : 19068
Registratiedatum : 16-12-08
Leeftijd : 67
Woonplaats : Mokum
Re: *RTH* Rage against the Machine - Killing in the Name
sowhat schreef:Ik heb dit altijd een vreselijke plaat gevonden. Veel geschreeuw en weinig wol vind ik het. 2
Ach, Sowhat gaf een 10 voor Bow Wow Wow en ik een 2. Dat zijn van die vaste waarden en daar ga ik me niet druk om maken.
Re: *RTH* Rage against the Machine - Killing in the Name
Dutchzaphod schreef:sowhat schreef:Ik heb dit altijd een vreselijke plaat gevonden. Veel geschreeuw en weinig wol vind ik het. 2
Ach, Sowhat gaf een 10 voor Bow Wow Wow en ik een 2. Dat zijn van die vaste waarden en daar ga ik me niet druk om maken.
Zolang we allebei David Bowie en Amanda Palmer hoog in het vaandel hebben is er niets aan de hand.
Re: *RTH* Rage against the Machine - Killing in the Name
Dutchzaphod schreef:Dutchzaphod schreef:sowhat schreef:Ik heb dit altijd een vreselijke plaat gevonden. Veel geschreeuw en weinig wol vind ik het. 2
Ach, Sowhat gaf een 10 voor Bow Wow Wow en ik een 2. Dat zijn van die vaste waarden en daar ga ik me niet druk om maken.
Zolang we allebei David Bowie en Amanda Palmer hoog in het vaandel hebben is er niets aan de hand.
Vergat ik bijna nog de mooiste illustratie, Neneh Cherry - Manchild
Sowhat 10
Dutch 1 (en enen geef ik niet veel!)
Re: *RTH* Rage against the Machine - Killing in the Name
Ik ben het met Sowhat eens: veel geschreeuw, weinig wol
Compleet overrated deze plaat, zit gewoon erg weinig muzikaliteit in.
Compleet overrated deze plaat, zit gewoon erg weinig muzikaliteit in.
Laatst aangepast door Dave Evans op 28.05.13 0:30; in totaal 1 keer bewerkt
_________________
If music be the food of love, play on.
William Shakespeare
Dave Evans- Beheerder
- Aantal berichten : 25419
Registratiedatum : 04-12-08
Leeftijd : 59
Woonplaats : Meppel
Re: *RTH* Rage against the Machine - Killing in the Name
Moet je hem nog wel geven dan
_________________
Sowhat, voor al uw feesten en partijen!
sowhat- Chief
- Aantal berichten : 19068
Registratiedatum : 16-12-08
Leeftijd : 67
Woonplaats : Mokum
Re: *RTH* Rage against the Machine - Killing in the Name
wat Frodo zegt is wel waar, dit was het volkslied van de alternatieve scene samen met Smells like en Bro Hymn. Nu ik niet meer naar die feestjes ga vind ik er eigenlijk niet zoveel meer aan. Dit is samen met Black van Pearl Jam de grootste kelderaar in mijn top lijstjes.
Een 6 vanwege de goede herinneringen.
Een 6 vanwege de goede herinneringen.
Jan...- Music-Master
- Aantal berichten : 5302
Registratiedatum : 18-12-08
Leeftijd : 58
Re: *RTH* Rage against the Machine - Killing in the Name
Hoewel het overduidelijk is dat deze band een van de weinige is van de laatste decennia die echt vernieuwend bezig zijn geweest en daarvoor dan ook alle credits verdiend, plus dat ze de beschikking hebben over een fantastische briljante gitarist in de persoon van Morello die ik als vernieuwer gelijkschakel met Hendrix, wil het op de een of andere manier niet echt lukken muzikaal echt te overtuigen.
Dat is en blijft vreemd want en een briljante gitarist en een superstrakke ritmesectie met een redelijke zanger en een geweldige "drive" plus zeer energieke liveoptredens zouden toch de opmaat moeten wezen tot toetreding der rangen van de echte grote bands.
Ook dit nummer heeft dat euvel, het klinkt fantastisch en toch mis ik iets wat het nummer er echt boven uit tilt en dat is toch zonde, ik kom dan ook net niet aan een 10 maar een goede 9 is ook niet slecht.
Gast- Gast
Re: *RTH* Rage against the Machine - Killing in the Name
Overrated maar wel een aardige rockplaat. Naar boven afgerond een 7.
Re: *RTH* Rage against the Machine - Killing in the Name
Heerlijke rockplaat. Een negen. En respect voor degene die die hele biografie heeft geschreven.
Kasper- Music-director
- Aantal berichten : 1531
Registratiedatum : 04-11-11
Leeftijd : 34
Woonplaats : Amsterdam
Re: *RTH* Rage against the Machine - Killing in the Name
Ik geef een 8, gewoon omdat ie soms een 10 waard is, maar vaak ook niet verder komt dan een zesje.
Kaj- Music-Maniac !!!
- Aantal berichten : 4000
Registratiedatum : 16-12-08
Leeftijd : 36
Woonplaats : Maastricht
Re: *RTH* Rage against the Machine - Killing in the Name
Nog altijd even actueel; een 10 natuurlijk.
Gast- Gast
Re: *RTH* Rage against the Machine - Killing in the Name
Ik denk altijd aan Dynamo Open Air 1995 bij dit nummer, want daar was een bandje, dat on stage claimde dat zij het liedje hadden gemaakt. Dat zal wel niet waar zijn geweest.
Dynamo Open Air 1995 was met 120.000 bezoekers drie keer zo groot als Pinkpop in dat jaar. Ik herinner mij dat ik thuis kwam en naar de TV keek en dat daar JanDouweKroeske zat en de beveiligingsmannen van Pinkpop en van DOA, in Geleen, alles was toen nog bezig, en de hoofdman van de beveiliging bij DOA was in Geleen. Ik herinner mij dat de beveiligingsman van Pinkpop allerlei problemen te melden had, en de beveiligingsman van DOA had niets te melden: geen probleem! Dus terwijl mijn gastgevers rustig eigengemaakte joints aan het verkopen waren en ik mezelf te buiten ging aan drank, was er geen probleem. Dat klopt wel. Agressie is een probleem, dat was op Pinkpop, niet op DOA.
Die Gedanken sind frei. Bij de hardrockers mag je anders denken, als je maar van mooie muziek houdt, of die in ieder geval tolereert. Ik ben geen hardrocker, ik hou van muziek. Politieke lading in muziek is altijd verkeerd. Het wordt altijd verkeerd begrepen.
Met dit nummer zat ik helemaal mis, want ik heb al die oorlogen in me, WOII (ouders), Vietnam (activisme), dus "Killing in the name of", ik dacht dat het over soldaten ging, die uiteindelijk een keer deserteerden. Al is "Fuck you, I won't do what you tell me", op veel manieren uit te leggen. Maar goed ik heb het altijd verkeerd begrepen, blijkbaar. Soldaten hebben toch ook een "badge".
Ik ga nooit iemand dood schieten op commando!
En ik geef een 10. POM POM POM pieuw pieuw pieuw!
Ook al gaat het over USPolice en de KKK, het kan ook over Vietnam veterans en zelfs WWII veterans gaan. Powerful text!
Dynamo Open Air 1995 was met 120.000 bezoekers drie keer zo groot als Pinkpop in dat jaar. Ik herinner mij dat ik thuis kwam en naar de TV keek en dat daar JanDouweKroeske zat en de beveiligingsmannen van Pinkpop en van DOA, in Geleen, alles was toen nog bezig, en de hoofdman van de beveiliging bij DOA was in Geleen. Ik herinner mij dat de beveiligingsman van Pinkpop allerlei problemen te melden had, en de beveiligingsman van DOA had niets te melden: geen probleem! Dus terwijl mijn gastgevers rustig eigengemaakte joints aan het verkopen waren en ik mezelf te buiten ging aan drank, was er geen probleem. Dat klopt wel. Agressie is een probleem, dat was op Pinkpop, niet op DOA.
Die Gedanken sind frei. Bij de hardrockers mag je anders denken, als je maar van mooie muziek houdt, of die in ieder geval tolereert. Ik ben geen hardrocker, ik hou van muziek. Politieke lading in muziek is altijd verkeerd. Het wordt altijd verkeerd begrepen.
Met dit nummer zat ik helemaal mis, want ik heb al die oorlogen in me, WOII (ouders), Vietnam (activisme), dus "Killing in the name of", ik dacht dat het over soldaten ging, die uiteindelijk een keer deserteerden. Al is "Fuck you, I won't do what you tell me", op veel manieren uit te leggen. Maar goed ik heb het altijd verkeerd begrepen, blijkbaar. Soldaten hebben toch ook een "badge".
Ik ga nooit iemand dood schieten op commando!
En ik geef een 10. POM POM POM pieuw pieuw pieuw!
Ook al gaat het over USPolice en de KKK, het kan ook over Vietnam veterans en zelfs WWII veterans gaan. Powerful text!
Chrisje- Music-Maniac !!!
- Aantal berichten : 3361
Registratiedatum : 03-01-12
Leeftijd : 64
Woonplaats : Eindhoven
Re: *RTH* Rage against the Machine - Killing in the Name
pff ik ben hier echt heel lang niet geweest... Heb inmiddels heel wat RTH-jes niet gerankt, zie ik tot mijn eigen spijt.... Meestal kan ik een achterstand nog wel inhalen, maar bijna een half jaar achter lopen is wel een hele fikse achterstand... Toevallig zag ik dit RTH-tje bij "Laatse Onderwerpen" voorbij komen, tja en wat kan ik anders dan deze plaat een 10 te geven? Komt ie op de radio, gaat het volume flink open tot gehoorsbeschadiging waarden... En zit ik zelf in een dipje en wil ik even een "rag-plaat" horen, dan zou deze plaat, heel goed mijn keuze kunnen zijn op die dag... Net wat Katje zegt, nog steeds een erg actuele plaat ook... Een 10 dus!
Gast- Gast
Re: *RTH* Rage against the Machine - Killing in the Name
Een vet nummer verdient dus een vette 8
Mirrr- Music-Master
- Aantal berichten : 12297
Registratiedatum : 21-12-08
Leeftijd : 60
Re: *RTH* Rage against the Machine - Killing in the Name
Van mij ook respect, moet haast wel een NLstalige fan zijn geweest waarvan ik het hele verhaal van Wiki plukte en in blauw plaatste (de groene tekst over het nummer is vertaald van de Engelstalige Wiki).Kasper schreef:Heerlijke rockplaat. Een negen. En respect voor degene die die hele biografie heeft geschreven.
Heerlijk losgeslagen rock, veel rappend geschreeuw omdat er veel wol is te spinnen uit hun socialistische kwaadheid over vanallerlei misstanden in de (kapitalistische) wereld. Jeugdsentimentsbonus erbij en hopla weer een (naar boven afgeronde) 10
sokratikos- Music-Master
- Aantal berichten : 10290
Registratiedatum : 24-04-11
Leeftijd : 53
Woonplaats : Nijmegen, NL, Europa, Aarde, Wereld
Re: *RTH* Rage against the Machine - Killing in the Name
Onvervalste 10 voor één van de beste nummers uit de 90's en ook nog eens afkomstig van één van de beste albums van dat decennium.
Timmus- Beheerder
- Aantal berichten : 16861
Registratiedatum : 01-01-09
Leeftijd : 43
Woonplaats : 's-Gravenhage
Re: *RTH* Rage against the Machine - Killing in the Name
Een 9 voor dit nummer wat volgens mij in het collectieve geheugen van elke eind dertiger/begin veertiger moet liggen opgeslagen. Wat een bom sloeg er in met dit nummer, vergelijkbaar met Nirvana's Smells like teen spirit. Vaak op gedanst op een bepaald moment beetje kapot gedraaid dat wel. Maar nu weer helemaal ok.
Vleertje- Music-Master
- Aantal berichten : 6150
Registratiedatum : 16-12-08
Leeftijd : 52
Woonplaats : De wereld
Re: *RTH* Rage against the Machine - Killing in the Name
_________________
Alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren. Zij zijn begiftigd met verstand en geweten, en behoren zich jegens elkander in een geest van broederschap te gedragen. Art 1 UVRM
sokratikos- Music-Master
- Aantal berichten : 10290
Registratiedatum : 24-04-11
Leeftijd : 53
Woonplaats : Nijmegen, NL, Europa, Aarde, Wereld
Soortgelijke onderwerpen
» *RTH* Rage Against The Machine - Take the power back
» *RTH* Interpol – All the rage back home
» *RTH* Killing Joke - Eighties
» *RTH* Echo & the Bunnymen - The Killing Moon
» *RTH* Killing Joke - Love like blood
» *RTH* Interpol – All the rage back home
» *RTH* Killing Joke - Eighties
» *RTH* Echo & the Bunnymen - The Killing Moon
» *RTH* Killing Joke - Love like blood
Pagina 1 van 1
Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Gisteren om 7:40 van Ries
» PreParty 13.00-16.00
22.11.24 16:09 van Ries
» V500 2024 - De Lijst
21.11.24 23:05 van MrJohn
» Mijn Muzikale Horizon
21.11.24 19:55 van Timmus
» Wo 20-11 Sokra zaagt door
21.11.24 19:28 van sokratikos
» Di. 19 nov. Roche draait verder.
19.11.24 13:29 van Roche
» *RTH* Grace Slick & Paul Kantner - Silver Spoon
18.11.24 17:13 van sokratikos
» *RTH* Wayne Fontana & The Mindbenders - The Game of Love
18.11.24 16:59 van sokratikos
» *RTH* Natalie Merchant - Carnival
18.11.24 16:45 van sokratikos
» *RTH* Fredrika Stahl - Oh Sunny Sunny Day
18.11.24 16:25 van sokratikos
» !8 nov. Top 40
18.11.24 11:30 van Roche
» *RTH* Mia Martini - Almeno Tu Nell'Universo
16.11.24 23:23 van Mirrr
» *RTH* Michael Bublé – Santa Claus is coming to town
16.11.24 23:22 van Mirrr
» Za. 16 november: Orinoco Weekendsjooww
16.11.24 20:03 van Grafmat
» *RTH* Spirit of St Louis – Down by the radio
16.11.24 14:53 van Mirrr
» *RTH* Pussy Riot – Make America great again
16.11.24 14:52 van Mirrr
» *RTH* Temptations – Law of the land
16.11.24 14:51 van Mirrr
» *RTH* Ennio Morricone – Once upon a time in the West
16.11.24 14:51 van Mirrr
» *RTH* Damned – In dulco decorum
16.11.24 14:50 van Mirrr
» *RTH* Paula Abdul – Straight up
16.11.24 14:50 van Mirrr